Betrouwbaarheid Flashcards
1
Q
Vormen van
Betrouwbaarheid
A
- Consistent gemeten
- Stabiliteit
- Homogeniteit
2
Q
Consistent gemeten
A
als een onderzoek opnieuw gedaan zou worden, zou je dezelfde resultaten krijgen
3
Q
Stabiliteit
A
als ik na verloop van tijd dezelfde opstellen weer beoordeel, kom ik dan tot hetzelfde oordeel
4
Q
Homogeniteit
A
als twee mensen dezelfde opstellen beoordelen, komen ze dan tot eenzelfde oordeel
5
Q
Betrouwbaarheid en validiteit
A
niet betrouwbaar = nooit valide
wel betrouwbaar = mogelijk valide (misschien is iets wel consistent gemeten, maar meette je niet het construct of gaven mensen sociaal wenselijke antwoorden