Construct validiteit Flashcards

1
Q

Vormen van

Constructvaliditeit

A
  • Keuze van de waarde op de onafhankelijke variabele
  • Hawthorne effect
  • Mono-operationalisatie
  • Verwachtingen/ invloed van de onderzoeker
  • Motivatie
  • Sturende werking van de voormeting
  • Sociaal wenselijk antwoorden
  • Beperkte generaliseerbaarheid over constructen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Keuze van de waarde op de onafhankelijke variabele

A

waarden zijn verkeerd gekozen waardoor er geen effect meer is

bij andere waarden was er misschien wel een effect geweest ->
- plafondeffect: iedereen die je studie doet scoort aan het plafond (tentamen is veel te makkelijk dus iedereen heeft alles goed)
- bodemeffect: iedereen die je studie doet scoort aan de bodem (tentamen is veel te moeilijk dus iedereen heeft alles fout)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hawthorne effect

A

mensen gaan zich anders gedragen omdat ze weten dat ze onderzocht worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mono-operationalisatie

A

iets maar op één manier operationaliseren/meten

is niet fout/ maar iets op meerdere manieren meten is beter:
convergente validiteit: andere test doen die hetzelfde meet
divergente validiteit: andere test doen die iets anders meet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Motivatie

A

een proefpersoon kan door een vervelende of leuke conditie ongemotiveerd of extra gemotiveerd raken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verwachtingen/ invloed van de onderzoeker

A

de onderzoeker kan zijn verwachtingen in (on)bewust gedrag uiten
het is beter als de onderzoeker niet de proefleider is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sturende werking van de voormeting

A

een voormeting kan zijn sporen achterlaten bij de proefpersoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sociaal wenselijk antwoorden

A

mensen geven een antwoord dat voor de meerderheid acceptabel is, om niet in de problemen te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beperkte generaliseerbaarheid over constructen

A

vaak stellen we vragen over of het effect ook toepasbaar is in andere situaties

hoewel deze aspecten niet direct een rol spelen in het onderzoek, is het toch goed om zulke vragen onder ogen te zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly