Hypothese Flashcards

1
Q

H0

A

referentiepunt:
- er is geen effect …
- er is geen verschil …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

H1

A

hypothese:
- als de hypothese waar is, zul je een bepaalde uitkomst moeten zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Toetsingfase

A

we kijken niet of H1 waar is, maar we kijken of H0 bijzonder onwaarschijnlijk is
- als de kans < 5% is, is er een significant verschil/ effect/ causaal verband, is het referentiepunt onwaarschijnlijk en nemen we H1 aan
- als de kans > 5% is , spreken we van toevalsfluctuaties en verwerpen we H1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Eenzijdige H1

A

Voorbeeld: een profiel met foto’s krijgt meer matches dan profiel zonder foto’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tweezijdige H1

A

Voorbeeld: er zit een verschil in het aantal matches tussen een profiel met foto’s en een profiel zonder foto’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Universeel-deterministisch

A
  • alle A’s zijn B’s
  • alle zwanen zijn wit
  • falsifieerbaar: minstens één tegenvoorbeeld nodig
  • niet verifieerbaar: oneindig aantal gevallen onderzoeken om met zekerheid te kunnen vaststellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Deterministisch

A
  • er is teminste één A die B is
  • er is tenminste één zwaan die zwart is
  • lastig te falsificeren: je moet alle gevallen onderzoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Probabilistisch

A
  • er zijn relatief meer A’s die B zijn, dan A’s die niet-B zijn
  • zwanen zijn over het algemeen wit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly