instrumenten voor interne sturing week 7 Flashcards

1
Q

wat zijn de 3 stappen van kwaliteitsmodel = certificatie van het kwaliteitsmanagement systeem op basis van het Hkz criteria

A

plan–) afspraken over zorg en dienstverlening

do–) uitvoering van zorg en ondersteuning

check and act–) analyseren en verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zegt kwaliteitsmodel 2: niaz qmentum en accreditatie

A

-instellingbredd nadenken over het gehele instelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn instellingsberde normen ten aanzien van

A

leiderschap
governacne
service excellence

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn zorgspecifieke normen gaan over

A

niet chirurgische zorg
voorbereid op noodsituaties
operatieve zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zegt kwaliteitsmodel 3 JCI–)patient focus

A

Patiëntveiligheidsdoelen :correcte identificatie van patiënten

Patiëntgerichte standaarden toegang tot en continuïteit van zorg,

Organisatiestandaarden kwaliteitsverbetering en patiëntveiligheid,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zegt het model van hart

A

interactie tussen patient en zorgverlener die onder druk komt te staan, omdat de arts ook administratie taken heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn verantwoorden van systeemwereld

A

risicomanagement
certificatie
indicatoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn verbeteren van leefwereld

A

-betrokken interactie en maatwerk
-klant als co producent
-bottem up verbetering te beginnen op de eigen werplek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn 3 punten van human empathy

A

1 beheersing paradigmas–) risicos
2 prestatieparadigma–) indicatoren
3 betrokkensheidsparadigma–) verhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de 5 stappen van policy deployment: sturen op prestaties

A

1 missie
2 visie
3 succes factor
4 prestatie indicatoren
5 doelstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat houd missie in

A

patiëntenzorg, onderzoek
* De bestemming of de opdracht
* ‘Waartoe en waarom bestaat de organisatie?’
* ‘Wat zou er zonder de organisatie verloren zijn?’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat houd visie in

A
  • Een beeld van de toekomst; een verzameling collectieve ambities
  • Iets wat we ons voor ogen stellen deels analytisch, deels emotioneel
  • ‘Wat willen we de komende drie tot vijf jaar bereiken’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat houd succes factors in

A

personeel, aantrekkelijkewerkegschap
* Factoren of beleidsthema’s die voor de organisatie continuïteitsbepalend zijn.
* Factoren die de organisatie een ‘leading edge’ verschaffen.
* Visie is een verzameling van succesbepalende factoren.
* Succesbepalende factoren moeten nog worden geoperationaliseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat houd prestatie indicator in

A

-meetinstrument: tevredenheid van medewerkers over primaire arbeidvoorwaarde
-kritische reflectie
-objectief ziekteverzuim duur dat een vacature uitstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat houd doelstelling in

A

Projectie van te bereiken resultaten en Niet: gewoon het eerste ding dat je schiet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke 2 delen houd kwaliteitsdashboard in

A
  • Instelling breed
  • Medisch (bv. sterfte, heropnames)
  • Verpleegkundig (bv. decubitus, HAIs)
  • Aandoening-specifiek
  • Per multidisciplinair team (bijv. borstkankerzorg, orthopedie) dat waardegedreven zorg vorm geeft
17
Q

welke 3 type indicatoren zijn er

A
  • Structuurindicatoren
    Type en hoeveelheid bronnen die worden ingezet
    Bijv. beschikbaarheid van een stroke unit
  • Procesindicatoren
    Activiteiten en taken tijdens een episode van zorg
    Bijv. aantal patienten dat thrombolyse heeft ontvangen
  • Uitkomstindicatoren
    Effect op gezondheid en welbevinden van patienten en populaties
    Bijv. mortaliteit in de eerste 180 dagen na opname
18
Q

leg de 3 tier uit

A

Tier 1
-gezondheidstatus: overleving

Tier 2
-tijd om te herstellen en te re integreren: infecties

Tier 3
-duurzaam herstel: lange termijngevolgen

19
Q

wat zegt de generieke uitkomst indicator

A

kwaliteit van leven
-heel generiek over kwaliteit van leven patiënt

20
Q

wat zegt de ziektespeciefieke indicator

A

-impact op leven van patiënt

21
Q

wat zegt de domeinspecifiek

A

over angst bij ziekte