document analyse Flashcards

1
Q

wat is de praktijk

A

de praktijk is subjectief, verschillende visies, normatieve werkelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn voorbeelden van documenten

A
  • Foto; respondenten fotos laten maken
  • Ingezonden brief; tussen artsen en patiënt analyseren
  • Dagboek;
  • Beeldhouwwerk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een document

A

communicatieproducten, sociale feiten die worden geproduceerd en gedeeld en verwijzen naar bepaalde betekenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke 3 soorten documenten zijn er

A
  • Persoonlijke en niet-
  • Subjectieve en objectieve geframed (bedrijfsreclame
  • Uitgelokte en niet-
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is * Persoonlijke en niet-persoonlijke/publieke documenten

A

Persoonlijk; doel niet publiekelijk te maken, schrijver zelf geschreven
Niet persoonlijk; doel voor iedereen (beleidsdocument, krantenartikel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is * Subjectieve en objectieve documenten (bewust/onbewust)

A

Objectief: gebaseerd op feiten
-onafhankelijk van persoonlijke mening
-bv nieuwsberichten

Subjectief: gebaseerd op persoonlijke mening
-gebaseerd op subjectieve ervaring
-bv opinieartikelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is * Uitgelokte en niet-uitgelokte documenten

A

Niet uigelokt; als iemand het uit zichzelf heeft gemaakt
Uitgelokt; organisatie of persoon heeft gevraagd om data bij te houden (dagboek vragen om bij te houden, verhaal over onderwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de 4 doelen van documentanalyse

A

o Triangulatie
o Achtergrondinformatie
o Onderdeeld mix methods
o Kwalitatieve methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leg triangulatie uit

A

Als ik naar een bepaald onderwerp kijk, vind ik dan dezelfde informatie?
-meerdere bronnen bij elkaar–) betrouwbaarheid en validiteit te vergroten
* Bevindingen toetsen
* Andere info aan het licht door andere onderzoeksmethoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

leg achtergrondinformatie uit

A
  • Passende vragen
  • Meer diepgang; inlezen, aansluiten bij respondent (taal persoon)
  • Aansluiten bij taal
  • Meer vertrouwen
     Sneller inhoudelijk door zal gaan
     Meer informatie vrij
  • Informeren waarop letten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

leg mixed methods uit

A

Combinatie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek
VB; welke zorg is geleverd (kwantitatief) – Hoe is de zorg ervaren (kwalitatief)
* Of zorg wordt geleverd en hoe snel uit zorg
* Hoe zorg wordt ervaren en redenen voor (eerder) ontslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom gebruikt men document analyse 6 punten

A
  • Efficiënte methode; je hebt de data al, makkelijker dan vergaren
  • Beschikbaarheid; op internet makkelijk beschikbaar
  • Kosteneffectief; data vergaren kost geld, niet bij documenten
  • Niet hinderlijk (overbelast); geen belasting onderzoeksobject (personen)
  • Stabiliteit (niet-reactief); geen invloed als onderzoeker (Hawthorne effect)
  • Dekking (verandering tijd); beleidsverandering door focus te analyseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn nadelen van document analyse

A

-niet genoeg details
-de praktijk is altijd anders
-het is geen letterlijke weergave van de realiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zij 4 overwegingen voor een documetnanalyse

A

1 kwetsbaarheid van de groep
2 recall bias
3 representative groep
4 mate van intervenieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn 4 criteria voor goed kwalitatief document

A

1 authentiek
2 geloofwaardig
3 representatief
4 betekenisvol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waar zit de verschil in inhoudsanalyse met andere type analyse

A

-verschillende indeling analysetechnieken
-het lijkt op thematische analyse

17
Q

wat is inhoud en thematische analyse

A

wat zegt het document letterlijk

18
Q

wat is discourse analyse

A

wat zou de maker van het document bedoelt hebben

19
Q

bij wat gebruik je inhoudsanalyse

A
  • Wat voor onderwerp/begrip voorkomt en hoe
  • Hoe vaak een bepaald onderwerp/begrip voorkomt
  • Verschillen in wat voor onderwerpen/begrippen voorkomen, hoe vaak en hoe
20
Q

voordelen inhoudsanalyse

A

kosten efficient
herhaalbaar

21
Q

nadelen inhoudsanalyse

A

interpretatie
bias door bron

22
Q

hoe voer je inhoudsanalyse uit

A

1 verhelderen: duidelijk maken
2 bepaal inhoudsgebieden
3 structuren door categorieën

23
Q

wanneer is een analyse valide en betrouwbaar

A

1de codes sluiten aan bij jou onderzoeksvraag
2 codering is herhaalbaar met codeboek
3 representatie van documenten en categorieën