Inleiding Recht H1 Flashcards
Objectief recht
Subjectief recht
Objectief: Recht als geheel van regels of normen dat de samenleving ordent
Subjectief: Het gaat hier om een bepaalde bevoegdheid die wordt ontleend aan het objectieve recht, bv. dat je recht hebt op iets.
Wat zijn volgens Hugo de Groot de vier beginselen van rationalistisch natuurrecht?
- Het principe van het mijn en dijn (we mogen geen inbreuk maken op het eigendomsrecht van anderen)
- Het principe dat we afspraken moeten nakomen (pacta sunt servanda)
- Het principe dat schade die door schuld veroorzaakt is, moet worden vergoed
- Het principe dat inbreuk op het natuurrecht en ander recht moeten worden gestraft.
Positief recht
Natuurrecht
Positief recht: Het recht dat geldt krachtens uitvaardiging; het feit dat het door de staat als geldend wordt geproclameerd.
Natuurrecht: Het gaat om een niet bewust door mensen of door de wetgever gemaakt recht, maar een recht dat onafhankelijk van menselijke wilsbeslissingen, geldt. Bv. recht op leven
Publiekrecht
Privaatrecht
Publiekrecht: Het deel van het recht dat specifiek van toepassing is op de staat. Het algemeen belang staat centraal. Partijen staan niet als gelijken tegenover elkaar, bv. overheid vs individu. Initiatief gaat uit tot de handhaving.
Privaatrecht: Het deel van het recht dat de individuen dient. Het particuliere belang van de individuen staat centraal.
Dwingend recht + vb.
Aanvullend/regelend recht + vb
Dwingend en aanvullend recht bestaat alleen in privaatrecht, want aanvullend recht bestaat niet in publiekrecht.
Dwingend recht: Regels waarvan de belanghebbenden niet mogen afwijken, ookal zouden zij dat bij onderlinge overeenkomst afspreken, bv. personen- en familierecht.
Aanvullend recht: Recht dat geldt wanneer partijen zelf niets anders zijn overeengekomen, bv. burgerlijk recht
Formeel recht
Materieel recht
Formeel recht: De regeling van de procedure van het rechtsgeding, ookwel procesrecht. Te herkennen aan: intitule, aanhef en considerans
Materieel recht: Het gaat hier om de aard en inhoud van het overheidsbesluit. Het heeft algemeen verbindende voorschriften.
Wat zijn de vier rechtsgebieden?
- Privaatrecht
- Strafrecht
- Staatsrecht
- Bestuursrecht
Kenmerken van privaatrecht
- Afspraken die mensen met elkaar maken: overeenkomsten
- Contractanten/partijen: mensen die zo’n overeenkomst sluiten
- Verbintenissen: wederzijdse rechten en verplichtingen
- Partijen als gelijken, zelf oplossen
Kenmerken van strafrecht
- Het geheel van geboden en verboden waarop bij niet-naleving sancties zijn gesteld op basis van Wetboek van Strafrecht (materieel) en Wetboek van Strafvordering (formeel)
- Strafrecht pas in het geding als andere middelen hebben gefaald.
- Aanvullend recht
- Normen die zo belangrijk zijn voor de samenleving dat het niet aan de burgers wordt overgelaten of zij daarover een procedure willen voeren.
- Vrijheidsberoving en geldboete
- Doleuze delicten (opzet) en culpoze delicten (schuld)
Kenmerken van Staatsrecht
- Belangrijkste regels van de nationale ordening van het overheidsapparaat, van de invloed van de burgers daarop, van de burgerlijke rechten en vrijheden.
- Grondwet: Kieswet, Provinciewet, Gemeentewet, Wet van Raad van State
- Grondwet: belangrijkste regels en beginselen m.b.t. de staatsorganisatie (positie koning, ministers, parlement, inrichting van de rechterlijke organisatie) en belangrijkste vrijheidsrechten of grondrechten
- Grondwet: Geschreven document waarin de belangrijkste bepalingen van het staatsrecht zijn neergelegd
- Constitutie: Kan ook het ongeschreven recht op het gebied van de staatsinrichting bevatten.
Wat is de Nederlandse staatsvorm?
Parlementaire democratie met constitutionele monarchie.
Kenmerken van bestuursrecht
- Geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de bestuurstaak van de overheid.
- Het omvat de regels betreffende de overheidsbemoeienis met het maatschappelijk leven.
- Ruimtelijke ordening, het onderwijs en sociale verzekeringen, bv. Hinderwet, Wegenverkeerswet en Prijzenwet
- Grondwet, Algemene wet bestuursrecht (Awb)
- Ongeschreven bestuursrecht: algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Wat is de definitie van rechtsbronnen en rechtsregels?
Wat zijn de rechtsbronnen in het Nederlandse rechtsstelsel?
Identificatiemiddelen voor het geldende recht. Alle regels die voortvloeien uit de rechtsbronnen in juridische zin zijn rechtsregels, regels die behoren tot het positieve recht.
1. de wet
2. de gewoonte
3. de rechtspraak (jurisprudentie)
4. het verdrag
Wat zijn de drie categorieën van de wet?
- Wetten die alleen wet in formele zin zijn en geen wet in materiële zin bv. goedkeuringswet van een verdrag en een begrotingswet.
- Wetten die zowel wet in formele zin als wet in materiële zin zijn, bv. WvSr, BW, Opiumwet
- Wetten die alleen wet in materiële zin zijn en geen wet in formele zin bv. verordeningen van de gemeente en de provincie
Wat zijn de drie regels om de hiërarchie van wetten vast te stellen?
- Een hogere wet gaat voor een lagere (Lex superior derogat legi inferiori)
- Een latere wet gaat voor een eerdere (Lex posterior derogat legi priori)
- Een bijzondere wet gaat voor een algemene (Lex specialis derogat legi generali)
Waarom is rechtszekerheid belangrijk?
Het recht kan gebruikt worden als instrument om het gedrag van de overheid te voorzien en te voorspellen. Het recht geeft precies aan onder welke voorwaarden de overheid van haar dwingende macht gebruik zal en mag maken.
Wat is codificeren?
Het vastleggen van de gehele rechtsstof in wetboeken
Wanneer gaat men tot codificatie over?
- Wanneer de rechtsonzekerheid onder de oude toestand te groot is geworden
- Wanneer men het heersende recht in het geheel niet meer uit de wet kan leren, omdat rond die wet een heel web van interpretatie geweven is
Montesquieu onderscheidde drie machten, trias-politica binnen de staatswerkzaamheid. Welke zijn dit?
- Wetgevende functie
- Uitvoerende functie
- Rechterlijke functie