Inleiding Nederlands recht_003

Question 1

Incorporatiesysteem (monisme)

Answer 1

Het internationaal recht maakt zonder tussenkomst van de nationale overheid deel uit van de nationale rechtsorde

Question 2

Transformatiesysteem (dualisme)

Answer 2

Het internationaal recht maakt pas deel uit van de nationale rechtsorde nadat de nationale overheid dat door middel van wettelijke voorschriften heeft omgezet naar nationaal recht

Question 3

Intergouvernementele organisatie

Answer 3

Volkenrechtelijke organisatie die geen eigen bevoegdheid tegenover lidstaten bezit. Bijvoorbeeld VN en NAVO.

Question 4

Supranationale organisaties

Answer 4

Volkenrechtelijke organisaties met een zelfstandige bevoegdheid tegenover lidstaten tot wetgeving, bestuur en rechtspraak. Bijvoorbeeld EU

Question 5

Europese Unie (EU)

Answer 5

Samenwerkingsverband tussen 27 Europese staten

Question 6

Op welke twee verdragen is de EU gebaseerd

Answer 6

Het Unieverdrag (VEU) en het Verdrag betreffende de werking van de EU (VwEU)

Question 7

De 7 instellingen van de EU

Answer 7

1. De Raad (Raad van Ministers of Raad van de EU
2. De Europese Raad
3. De Europese Commissie
4. Het Europees Parlement
5. Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU)
6. De Europese Centrale Bank (ECB)
7. De algemene rekenkamer

Question 8

Unierecht

Answer 8

Het recht van de EU wordt het Unierecht genoemd

Question 9

Waaruit bestaat onder meer het Unierecht uit

Answer 9

1. De beide verdragen
2. Verordeningen
3. Richtlijnen
4. Besluiten van de EU
5. Rechtspraak van het Hof van Justitie

Question 10

Aspecten van het Unierecht

Answer 10

1. Eigen rechtsorde
2. Unietrouw
3. Voorrang
4. Het incorporatiesysteem (monisme)
5. Eigen rechter
6. Directe werking

Question 11

Uniforme uitleg

Answer 11

Het Hof van Justitie dwingt tot uitleg van het Unierecht die voor alle lidstaten hetzelfde is