Inleiding Nederlands recht_001 Flashcards

1
Q

AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur)

A

Besluit van regering waarin wettelijke regels nader worden uitgewerkt (wet in materiële zin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wet in materiële zin

A

Elk algemeen verbindend voorschrift. Maakt niet uit door welk orgaan het voorschrift is gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wet in formele zin

A

Elk besluit afkomstig van de Regering en Staten-Generaal samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ministeriële regeling

A

Wet in materiële zin die door een minister tot stand is gebracht (ze berusten altijd op delegatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Attributie

A

Het scheppen van wetgevende bevoegdheid en toekenning van die bevoegdheid aan een bepaald orgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Delegatie

A

Het overdragen van wetgevende bevoegdheid van het ene orgaan naar het andere om nadere regels over een bepaald onderwerp vast te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Subdelegatie

A

Overdracht van reeds overgedragen wetgevende bevoegdheid aan een ander orgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sociaal Economische Raad (SER)

A

Het belangrijkste adviesorgaan voor regering en parlement over sociaal-economische vraagstukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beginselen behoorlijke rechtspraak

A
  1. Zitting openbaar
  2. Uitspraak openbaar
  3. Rechter onafhankelijk
  4. Rechter onpartijdig
  5. Uitspraak gemotiveerd
  6. Beide partijen worden gehoord
  7. Behandeling geschiedt binnen redelijke termijn
  8. Rechtspraak geschiedt door beroepsrechters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat de rechtelijke macht?

A

Zittende en staande magistratuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zittende magistratuur

A

De rechters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Staande magistratuur

A

Het Openbaar Ministerie (OM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly