Inleiding Nederlands recht Flashcards
Positief recht (ook wel objectief recht)
Het nu geldende recht
Monistisch systeem
Een systeem waarbij grondrechten uit EVRM zonder meer deel uitmaken van nationaal recht
Organieke wetten
Soms staat er in de Gw dat over een bepaald onderwerp nadere regels moeten worden gemaakt. De uitwerking hiervan zijn organieke wetten
Objectief recht
Rechtsregel of verplichting die voor iedereen in de samenleving geld
Subjectief recht
Rechtsregel of verplichting die alleen geld voor een individu of bepaalde groep mensen
Soevereiniteit
Bevoegdheid van elk land de eigen rechtsorde vast te stellen en te onderhouden
Trias politica
Wetgevende macht –> stellen voor iedereen gelijke regels
Uitvoerende macht –> uitvoeren van overheidstaken die in algemene regels zijn vastgelegd
Wetgevende macht –> wordt uitgeoefend voor de beslechting van geschillen over de juiste toepassing van het recht
Codificatiegedachte
Het recht moet op een systematische wijze in wetboeken zijn opgenomen
Regering
Koning en ministers
Staten-Generaal
Eerste Kamer en Tweede Kamer
Wetgevende macht
Regering
Uitvoerende macht
Regering
Rechtsprekende macht
De rechtspraak