Inleiding Nederlands recht_002 Flashcards

1
Q

Absolute bevoegdheid

A

Welk soort gerecht is bevoegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Relatieve bevoegdheid

A

Tot welk gerecht je je moet wenden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Constante jurisprudentie

A

Rechters (en Hoge Raad) plegen zich aan eerder uitspraken te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Decentralisatie

A

Spreiding van bevoegdheden tot wetgeving en bestuur over verschillende niveaus zoals provincies, gemeenten en waterschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Territoriale decentralisatie

A

Spreiding van macht over bepaalde gebieden. De macht is toegekend aan lagere overheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Functionele decentralisatie

A

Aan publiekrechtelijke lichamen zijn wetgevende en bestuurlijke bevoegdheden toegekend met het oog op verwezenlijken van specifieke doelstellingen op het maatschappelijk leven (zoals waterschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Autonomie

A

Bevoegdheid van lagere overheden hun eigen aangelegenheden op het terrein van bestuur en wetgeving zelfstandig te regelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Medebewind

A

Gemeente en provincies moeten meewerken aan de verwerkelijking van wat op centraal niveau geregeld of besloten is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Volkenrecht

A

Geheel van rechtsregels voor het verkeer tussen staten onderling en voor het verkeer tussen staten en volkenrechtelijke organisaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verdrag

A

Overeenkomst tussen twee of meer staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bilateraal verdrag

A

Verdrag tussen twee staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Multilateraal verdrag

A

Verdrag tussen meer dan twee staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly