Inleiding in de gezondheidszorg Flashcards
Gezondheidskunde, definitie, doel
Definitie gezondheid
De wetenschap die zich bezighoudt met de factoren die van invloed zijn op onze gezondheid, deze kunnen zowel gezondheidsbevorderend als gezondheidsbedreigend zijn.
gezondheidskunde wil mensen inlichten en vervolgens wegen aangeven om levensomstandigheden in positieve zin te beïnvloeden.
Gezondheid is een toestand van lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of zwakte.
Gezondheidsbepalende factoren
Biologische mens: uiterlijk, erfelijke factoren
Omgevingsfactoren: biologische factoren, milieu-invloeden, sociale invloeden, economische invloeden
Gedragsinvloeden: zelfzorg, mantelzorg
Gezondheidszorg
Niveaus van zorgverlening
Zelfzorg: de zorg die we aan onszelf besteden om gezond te blijven
Mantelzorg: alle zorg die gegeven en ontvangen wordt buiten de georganiseerde hulpverlening om. Kenmerken: de rollen zijn verwisselbaar tussen ontvanger en verlener, er is sprake van een wederzijdse vaste relatie, er spelen emotionele factoren mee, er is geen sprake van administratie
Professionele zorg: de zorg die gegeven wordt door medewerkers uit de gezondheidszorg, zij zijn beroepsmatig met zorgverlening bezig
GVO, voorlichten over
Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding
Voorlichten over de wijze waarop:
- de gezondheid kan worden bevorderd
- gezondheidsproblemen kunnen worden voorkomen
- kan worden omgegaan met gezondheidsproblemen
Preventie, drie vormen
Primaire preventie: gericht op voorkomen dat mensen ziek worden
Secundaire preventie: gericht op stoornissen in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren en te herkennen, zodat tijdig passende hulp kan worden verleend, waardoor de stoornis kan herstellen, stoppen of vertragen.
Tertiaire preventie: gericht op via een behandeling complicaties van een ziekte te voorkomen.
Verdeling gezondheidszorg
Algemene GZ: houdt zich bezig met voorkomen, opsporen en genezen van ziekten
Geestelijke GZ: bevorderen, instandhouden en zo nodig herstellen van de geestelijke gezondheid van de bevolking.
Onder te verdelen in: extramuraal, semimuraal, intramuraal
Andere indeling, echelons, lijnen
Basis GZ: preventieve zorg door GGD, algemene GZ (bestrijding infectieziekten, organiseren bevolkingsonderzoek, medisch-milieukundige activiteiten, advies geven), jeugd GZ (periodieke onderzoeken schoolarts, geven advies ouders en leraren, logopedie schoolkinderen), bedrijfs GZ door arbodienst (medische keuringen bij aanstelling, pensioen en ziekte, begeleiding langdurig zieken).
Eerstelijnszorg: staat dicht bij de mensen, huisarts centraal, verloskundige, apotheker, tandarts, alternatieve genezers, psychologen, fysio, ergo, diëtist, wijkverpleegkundige, kraamverzorgende, vanuit hier doorverwijzen naar gespecialiseerde zorg.
Gespecialiseerde zorgverlening: medisch specialisten, hulp tbv gehandicapten, medisch KDV, dag-, nacht- en crisisopvang in geestelijke nood, beschermde woonvormen, opname in zorgcengtrum, verpleeghuis, ziekenhuis, PAAZ.
Geneeswijzen, allopathisch, alternatief
Allopathisch: gebaseerd op wetenschap, logica, Wet op de uitoefening van de Geneeskunst 1865
Alternatief: alle vormen van diagnostiek en therapie die niet aan de medische faculteiten of officieel erkende paramedische instituten worden gedoceerd. Redenen: ontevredenheid/teleurstelling, principiële bezwaren, goede ervaringen.