Gezondheidszorg voor verschillende leeftijdsgroepen Flashcards
Prenatale zorg, definitie, facetten
De zorg die een vrouw ontvangt vanaf het moment dat ze weet dat ze zwanger is tot aan de geboorte.
Drie facetten:
- medische controle
- voorbereiding op de bevalling
- voorbereiding op de zorg voor het kind
Medische controle, doel, uitvoering, wanneer controle, welke controles
Gezondheidsproblemen vroegtijdig herkennen en behandelen.
Door verloskundige of huisarts, bij verwachte problemen door gynaecoloog.
10-24 weken: 1x / maand
24-32 weken: 1x / 3 weken
32-36 weken: 1x / 2 weken
36- weken: 1x / week
Kijken naar ligging en groei van kind door de fundusstand te meten (hoogte van de bovenkant van de baarmoeder in de buik), bloedgroep en resusfactor moeder, bekkenomvang, aanwezigheid ziekten bepalen.
Verdere onderzoeken:
- echoscopie
- structureel echoscopisch onderzoek (SEO), kijken naar ontwikkeling organen van het kind
- vruchtwaterpunctie (amnionpunctie, tussen 14-16 weken)alleen indien men ernstige erfelijke afwijkingen verwacht, vaak bij vrouwen boven 36 jaar
- vlokkentest, enkele vlokken van buitenste vruchtvlies opgezogen, onderzoeken op afwijkingen (kan al in 8e week)
(met vruchtwaterpunctie en navelstrengpunctie meer afwijkingen opsporen dan met vlokkentest)
Voorbereiding op bevalling en zorg voor het kind
Bevalling kan thuis of in ziekenhuis. Bij verwacht niet normaal verloop bevalling dan altijd in ziekenhuis. kraamzorg voor thuisbevalling moet tijdig worden aangevraagd bij organisatie voor kraamzorg, thuiszorgorganisatie met kraamzorg of particulier bureau.
Cursussen en themabijeenkomsten.
Zwangerschapsgymnastiek, yoga, haptonomie.
Aanstaande ouder cursussen.
Natale zorg, definitie, uitvoering, Apgar-score
De zorg tijdens de bevalling.
Thuisbevalling door verloskundige of huisarts. Poliklinische of verplaatste thuisbevalling door verloskundige (wel in ziekenhuis). Klinische of ziekenhuisbevalling door gynaecoloog.
Apgar-score: 2x gemeten (meteen na geboorte en na 5 minuten), kind gecontroleerd op kleur, ademhaling, hartactiviteit, spierkracht en reflexen.
Nageboorte (placenta en vliezen) wordt gecontroleerd of deze compleet is.
Kraamzorg, indicatie
Begint zodra het kind geboren is. Bij ziekenhuisbevalling begint de kraamzorg op het moment dat moeder en kind thuis zijn. Eindigt normaal 8 dagen na de bevalling.
Sinds 2006 wordt de omvang van de kraamzorg bepaald door een landelijk indicatieprotocol. Indicatie wordt op 3 momenten gesteld: tijdens zwangerschap, kort na de bevalling, 3e of 4e dag van de kraamtijd.
Valt onder het basispakket van de zorgverzekering.
Landelijk indicatieprotocol is opgesteld door KNOV (koninklijke nederlandse organisatie verloskundigen), BTN (branchebelang thuiszorg nederland), Z-org (organisatie van zorgondernemers), Sting, ZN (beroepsvereniging van zorgverzekeraars nederland)
Kraamzorg en mantelzorg, welke taken, praktijk, kraamzorg op maat
Mantelzorg zelf regelen, is voor huishoudelijke taken enz., kraamverzorgende zorgt voor de taken die direct met de baby en de vrouw te maken hebben.
Op 3 momenten gekeken welke zorg nodig is (indicatie) door intaker, herindicatie is mogelijk, kraamzorgdossier: hierin staat precies welke kraamzorg er wordt verleend en waarom.
Kraamzorg normaal 49 uur, kan van worden afgeweken.
Zuigelingenzorg, definitie, door wie, voorbeelden
De zorg voor het kind vanaf de tiende dag na de bevalling tot de eerste verjaardag of twee maanden erna. Wordt verzorgd door de afdeling Ouder- en kindzorg (soms jeugdgezondheidszorg genoemd) van de regionale thuiszorgorganisaties.
Voorbeelden:
- hielprik
- zuigelingenhuisbezoek
- consultatiebureaubezoeken
- rijksvaccinatieprogramma
Hielprik, door wie, wanneer, welke ziekten gecontroleerd
Bloedafname bij het kind bij de hiel.
Door verpleegkundige van de thuiszorg (of van de GGD).
Rond de 6e dag na de bevalling.
Bloed wordt onderzocht op 18 zeldzame stofwisselingsziekten, o.a. fenylketonurie (PKU) en congenitale hypothyreoïdie (CHT)
Zuigelingenhuisbezoeken, wanneer, door wie, doel
Ongeveer 2 weken na de geboorte.
Door verpleegkundige van het consultatiebureau.
Ouders krijgen het Groeiboek om de ontwikkeling van het kind bij te houden, ze krijgen advies en voorlichting over veiligheid en vitamine K geven bij borstvoeding, verder spreken over verzorging, voeding en ervaringen met de baby.
Consultatiebureaubezoeken, wie werken er, wat wordt onderzocht, welke testen
Er werken CB-teams, deze bestaan uit een CB-arts, een verpleegkundige Ouder- en kindzorg en een CB-assistente.
95-98% van de ouders bezoekt het CB.
Regelmatig meten en wegen, lichamelijke problemen tijdig opsporen.
CB-arts behandelt niet, maar verwijst.
Oogonderzoek (scheelzien) en gehooronderzoek, rond de 9e maand.
Inentingen verzorgen.
tegenwoordig oto-acoestische emissies test (OAE test) als gehoortest, bij een paar weken oud.
Rijksvaccinatieprogramma, welke inentingen en wanneer
2 maanden: eerste inenting DaKTP (difterie, kinkhoest, tetanus, poliomyelitis), haemophilus influenzae type B (HiB, hersenvliesontsteking), HepB en pneumokokken.
3 maanden: tweede DaKTP, HiB, HepB en pneumokokken.
4 maanden: derde DaKTP, HiB, HepB en pneumokokken.
11 maanden vierde DaKTP, HiB, HepB en pneumokokken.
14 maanden: eerste BMR (bof, mazelen en rubella) en meningokokken C
4 jaar: vijfde DaKTP
9 jaar: zesde DaKTP, tweede BMR
12 jaar: meisjes: HPV (humaan papillomavirus)
Kinderen waarvan de moeder HepB besmet is krijgen binnen 48 uur na geboorte een HepB-vaccinatie.
Kleuterzorg, definitie, wat doen ze
Volgt op zuigelingenzorg (1 jaar of 1 jaar en 2 maanden) tot het kind 4 jaar is.
Verpleegkundige brengt huisbezoeken en vertelt over kleuterconsultatiebureau/peuterbureau. Dit wordt 4 of 5 keer bezocht en dan wordt gekeken naar de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling.
Afdeling Ouder- en kindzorg organiseert preventie- en voorlichtingsactiviteiten.
Jeugdgezondheidszorg, 3 onderdelen
- schoolgezondheidszorg
- schoolbegeleidingsdienst
- schoolmaatschappelijk werk
Schoolgezondheidszorg, wie voert het uit, wat onderzocht
Schoolarts, niet behandelen, alleen verwijzen, samen met assistente en verpleegkundige.
Volledig onderzoek: afwijkingen van ogen en oren, vergroeiingen van de rug, inwendige afwijkingen, platvoeten, het beginstadium van een bepaalde ziekte, een sterke overvoeding of een slechte algehele conditie.
Ouders krijgen voor het onderzoek een kaart met vragen en nemen een flesje urine van het kind mee.
Schoolarts geeft inentingen, geeft advies over de reinheid van schoolgebouwen en omgeving, heeft contact met jeugdafdeling van ggz, maatschappelijk werk, schooladvies of schoolbegeleidingsdienst en huisartsen in de omgeving.
Schoolbegeleidingsdienst, doel, wie werken er
Doel: bewerkstelligen dat het kind passend onderwijs krijgt.
Kinderen worden op verschillende leeftijden getest, op grond van die tests kan worden geadviseerd over plaatsing op een andere school en de keuze van het vervolgonderwijs, extra begeleiding voor kinderen met speciale leermoeilijkheden, advies voor ouders en leraren over aanpak van kinderen met leermoeilijkheden.
Er werken psychologen, pedagogen, remedial teachers, ervaren leerkrachten en maatschappelijk werkers.