Inleiding hart- en vaatziekten Flashcards
Welke aandoeningen hebben patiënten binnen de cardiologie?
kransslagaderlijden kleplijden hartfalen ritmestoornissen ontsteking genetisch
klachten
pijn op de borst kortademigheid hartkloppingen collaps oedeem angst onwel worden
waar zit het hart?
In de thoraxholte ongeveer in het midden achter het borstbeen. Het hart ligt iets meer aan de linkerkant dan aan de rechterkant
welke soorten bloedvaten zijn er?
arteriën arteriolen capillairen venulen venen
Wat zijn arteriën
De slagaders. Zijn elastisch en musculeus zodat ze de druk die op de vaatwand staat goed op kunnen vangen. Zorgt voor de transport van zuurstofrijkbloed van het hart naar de rest van het lichaam
Wat zijn arteriolen?
De vertakkingen van slagaders. Hebben glad spierweefsel aan de binnenkant waardoor ze kunnen verwijden of vernauwen. Regelen de doorbloeding van de weefsels waarna ze bloed vervoeren en spelen een rol in de regulatie van de bloeddruk.
capillairen
haarvaatjes. hebben dunne wanden voor de uitwisseling van zuurstof en andere stoffen. Is een lage druk en trage bloedstroming
venulen
een klein bloedvat dat ervoor zorgt dat het zuurstofarme bloed zich van de haarvaten kan verzamelen in de richting van de venen
Venen
Aders vervoeren bloed naar het hart. Dit bloed is zuurstofarm bloed. Aders staan onder minder druk en hebben daarom een dunnere wand. De aders bevatten kleppen om het bloed de juiste kant op te laten stromen
coronairen
De kransslagaders die het hart van zuurstofrijk bloed voorzien
Wat is de enige ader die zuurstofrijk bloed vervoert?
de Longader
Wat is de grote circulatie?
de lichaamscirculatie. Zorgt voor de handhaving van de bloeddruk, voldoende zuurstof en voldoende voedingsstoffen
Wat is de kleine circulatie?
De longcirculatie. Is het lagedruksysteem en zorgt voor oxigenatie van het bloed en het verwijderen van de CO2
Welke 4 lagen heeft de hartwand van buiten naar binnen?
- Pericard = hartzakje
- epicard = vlies dat het weefsel omgeeft
- myocard = spier
- Endocard = binnenbekleding
anatomie van het hart. Teken het hart
het hart bestaat uit de linker en de rechter kant. Beide kanten hebben een atrium en een ventrikel. kleppen ertussen en tussen ventrikel en slagader.
Beschrijf hoe het bloed door de rechterkant van het hart gaat
Het zuurstofarme bloed komt binnen via de bovenste of onderste holle ader. Het bloed komt in de rechterboezem en stroomt via de tricuspidalisklep in de rechter ventrikel. Via de pulmonaalklep komt het bloed in de longslagader en stroomt het bloed naar de longen