Inl. Peda Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Pedagogiek

A

Kinderleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Synoniem pedagogiek

A

Opvoedkunde, opvoedingsleer, opvoedingswetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Opvoedkunde

A

Richt zich op de vaardigheden van de opvoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Opvoedingsleer

A

Richt zich op de vergaren kennis over opvoeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Opvoedingswetenschap

A

Richt zich op het ontwikkelen van theorieën over en methode met betrekking tot opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Opvoeding

A

Alle omgang tussen het kind en volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vier basis dimensies van opvoeden

A

Ondersteuning bieden, instructie geven, controle uitoefenen, grenzen stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ondersteuning bieden

A

Het opvoed gedrag van de ouders dat liefde en zorg voor het kind uitdrukt en dat zich richt op fysieke en emotionele welzijn , waardoor het zich begrepen en geaccepteerd voelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ondersteuning door middel van belonen

A

Handelingen die leiden tot een emotioneel prettig gevoel bij het kind vb: goed gedrag=koekje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ondersteuning door middel van straffen

A

Door straffen biedt de ouder het kind de gelegenheid om te reflecteren op zijn gedrag en ongewenst gedrag af te leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Instructie geven

A

Duidelijk maken aan het kind wat de bedoeling van iets is en welke gedrag verwacht wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Autoritatieve controle

A

Gedragingen van de ouder waarbij uitleg wordt gegeven aan het kind en eisen worden gesteld aan zijn zelfstandigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Autoritaire controle

A

Het opvoedings gedrag waarbij de ouder druk uitoefent op het kind om correct gedrag te vertonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Grenzen stellen

A

De wijze waarop de ouder het kind bestarft of beloont om gewenst gedrag aan te leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Doel van de ouder

A

Het voornaamste doel van de ouder is dat het kind opgroeit tot een volwassen persoon die zich kan handhaven in de maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Die opvoedingsdoelen

A

Zelfstandigheid, zelfredzaamheid, zelfvertrouwen

17
Q

Zelfstandigheid(individu)

A

Het kind is in staat om zelf keuzes te maken, daarbij behoort het recht op een eigen leven en uitvinden wat van belang is. Het kind leert zelf beslissingen te nemen, een eigen leven leiden en eigen mogelijkheiden ontdekken

18
Q

Zelfredzaamheid(samenleving)

A

Het kind is in staat zelf keuzes te maken en deze te verantwoorden, mondigheid en verantwoordelijkheid wordt hier gestimuleerd.

19
Q

Zelfvertrouwen(toekomst)

A

het kind kan bijdrage leveren aan de toekomst en is in staat om technische en praktische problemen op te lossen

20
Q

Opvoeden als circulair proces

A

Er is sprake van actie en reactie in de omgang tussen ouder en kind. De ouder biedt het kind leifde en het kind reageert daarop met liefde

21
Q

Materiele opvoeding

A

Het vervullen van lichamelijke behoeften, die bestaan uit: voedsel, rust, aanraking, beschermingen andere basale lichamelijke voorwaarden die noodzakelijk zijn voor de groei van het kind

22
Q

Emotionele opvoeding

A

Nadat is voldaan aan de primaire behoeften, komen de behoefte aan liefde, eigenwaarde en zelfwerkelijking/ zelfactualisatie en de cognitieve behoefte aan de orde

23
Q

Geestelijke vorming van het kind

A

Levensovertuiging van de ouder speelt ook een rol in de opvoeding. Als de ouder een bepaalde religieuze levensovertuiging heeft, zal dat ook in de opvoeding tot uiting komen.