Hoofdstuk 7 Flashcards
Pedagogiek
wetenschap die zich bezighoud met het opvoedeend handelen, de motieven hiervoor, de methoden die erbij horen en de effecten ervan
vertrouwen tegen over wantrouwen
het kind leerst vertrouwen hebben in zijn omgeving en de wereld om zich heen doordat hij de aanwezigheid van een vertrouwenspersoon ervaart, in de meeste gevallen van de moeder die berschikbaar is voor hem
zelfstandigheid tegenover schaamte en twijfel
de drag tot exploren speelt in deze fase een belangrijke rol. Afhankelijk van het opvoedgedrag vn de ouder leidt dit tot zelfstandigheid, schaamte of twijfel bij het kind
initiatief tegenover schuld gevoel
in deze levensfase is het kind in staat om zelf kleine taken uit te voeren. Het heeft plezier in wat het doet en tot stand brengt, en zal gevraagd en ongevraagd steeds meer ruimte voor zichzelf opeisen
vlijt tegenover minderwaardighei
de jeugdige is volop in ontwikkeling. Het leert schrijven, lezen etc
identiteit tegenover rolverwarring
alles wat het kind in de vorige levensfasen heeft geleerd komt samen
behaviorisme
leertheretische of gedragstherapeutische benadering genoemd.
behaviorisme
richt zich op het gedrag van de mens en de nvloed van de omgeving op dat gedrag
sociaal- cognitieve leertheorie
het kind leert de wereld te begrijpen via zijn probleemoplossende interacties met kinderen en volwassenen