HS 18: Leren en geheugen Flashcards

1
Q

uitleg: infantiele amnesie

A

onvermogen om vroege kindertijd te herinneren

> door ontwikkeling van geheugensystemen op verschillenden tijden

> of: actief verwijderen om plaats te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tijd-afhankelijke amnesie door?

A

TBI

> ernst van schade bepaald hoe ver terug in de tijd de amnesie zich uitstrekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uitleg: systeem consolidatie theorie

A

systeem consolidatie:

> hippocampus consolideert nieuwe herinneringen

> ze komen zo te staan in de cortex (temporaal)

schade temporaal: oude herinneringen intact, recente herinneringen deficient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uitleg: multiple trace theorie

A

multiple trace theorie:

> verschillende typen geheugensystemen opgeslagen in verschillende breingebieden

> herinneren veranderen door je leven heen

> verschillende herinneringen op verschillende locaties zijn ook verschillend kwetsbaar door schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

uitleg: reconsolidatie theorie

A

reconsolidatie theorie: elke keer dat de herinnering wordt gebruikt

> opnieuw consolideren

> dus weer labiele fase en dan opslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een autonoetisch bewustzijn?

A

gevoel van continuiteit

> tijdsvolgorde in onze herinneringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

schade aan ventrale prefrontale cortex en onderliggende witte massa incl uncinate fasciculus

-> ?

A

episodische amnesia

> disconnectie tussen

ventral prefrontaal en mediaal temporaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

schade parietaal/occipitaal

> mogelijke gevolgen voor geheugen?

A

parietaal/occipitaal:

> kleur amnesie

> prosopagnosie

> object anomie

> topografische amnesie

MAAR: vaak alleen bij bilaterale schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat betekent HERA?

A

Hemispheric encoding and retrieval asymmetry

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

asymmetrie in PFC met betrekking to geheugen?

A
  1. linker PFC > dominant voor encoding van semantisch en episodisch geheugen
  2. rechter PFC > dominant voor retrieval van episodisch geheugen

eventuele oorzaak: asymmetrie in hemisferen in taal en ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

model voor 2 korte termijn geheugensystemen

A

> cellen voor ruimtelijke visie: premotor cortex

> cellen voor objectherkenning: dorsal lateral prefrontale cortex

dorsale stroom: visie voor actie

ventrale stroom: visie voor perceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kenmerken korsakoff syndrome

A

korsakoff syndrome:

> langdurig, extreem alcoholgebruik

> schade: dorsomediale thalamus en frontaal (vitamine B tekort)

> anterograde/retrograde amnesie

> confabulatie: verhaaltjes verzinnen om geheugenverlies niet te moeten toekennen

> apathie

> geen inzicht

> weinig informatie in gesprekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar liggen:

> episodisch geheugen

> semantisch geheugen

> motor skills

> priming

> emotioneel geheugen

> conditioning motor learning

A

episodisch: rechts frontaal temporaal
semantisch: links frontaal temporaal

motor skills: basale ganglia, motor cortex

priming: neocortex

emotioneel geheugen: amygdala

conditioning motor learning: cerebellum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly