Hoorcollge 10 Flashcards
Vraag: Wat is de kernvraag van dit hoorcollege?
Hoe kunnen verschillende modellen van democratische legitimiteit worden toegepast op de EU?
Vraag: Wat zijn de drie modellen van democratische legitimiteit besproken in dit hoorcollege?
Input-legitimiteit: Focus op participatie en representatie in besluitvorming.
Throughput-legitimiteit: Focus op transparantie, inclusiviteit en efficiëntie van besluitvorming.
Output-legitimiteit: Focus op de resultaten en effectiviteit van beleid.
Vraag: Hoe wordt input-legitimiteit bereikt in de EU?
Door participatie van burgers via verkiezingen voor het Europees Parlement en de betrokkenheid van nationale parlementen.
Vraag: Wat zijn de beperkingen van input-legitimiteit in de EU?
Het gebrek aan een Europees volk en de lage opkomst bij Europese verkiezingen beperken de democratische legitimiteit.
Vraag: Wat betekent throughput-legitimiteit voor de EU?
Het benadrukt hoe besluiten worden genomen, met focus op transparantie, accountability en inclusieve processen binnen EU-instellingen.
Vraag: Wat is een belangrijk kritiekpunt op throughput-legitimiteit?
Ondanks transparantie en efficiëntie wordt deze vorm van legitimiteit vaak als technocratisch en afstandelijk ervaren.
Vraag: Wat is de kern van output-legitimiteit?
De legitimiteit van de EU wordt gerechtvaardigd door het vermogen om effectief beleid te maken dat voordelen oplevert voor burgers.
Vraag: Hoe wordt output-legitimiteit in de EU versterkt?
Door succesvolle initiatieven zoals de interne markt, gemeenschappelijk handelsbeleid en economische stabiliteit.
Vraag: Wat zijn de beperkingen van output-legitimiteit?
Als beleid mislukt of ongelijkheid creëert, kan het vertrouwen in de EU afnemen.
Vraag: Hoe draagt het subsidiariteitsbeginsel bij aan democratische legitimiteit?
Het garandeert dat beslissingen zo dicht mogelijk bij de burgers worden genomen, wat input- en throughput-legitimiteit versterkt.
Vraag: Wat is de rol van nationale parlementen in het versterken van EU-legitimiteit?
Nationale parlementen controleren de acties van hun regeringen in de Raad van de EU en zorgen voor democratische betrokkenheid.
Vraag: Wat betekent de term “democratisch tekort” in de context van de EU?
Het verwijst naar het gebrek aan directe democratische controle door burgers op EU-instellingen en -besluiten.
Vraag: Hoe draagt het Verdrag van Lissabon bij aan democratische legitimiteit?
Het versterkte de rol van het Europees Parlement, introduceerde het burgerinitiatief en verduidelijkte het subsidiariteitsbeginsel.
Vraag: Wat is het Europees burgerinitiatief en hoe draagt het bij aan input-legitimiteit?
Het geeft burgers de mogelijkheid om wetgevende voorstellen te doen, wat directe participatie en betrokkenheid bevordert.
Vraag: Hoe dragen EU-instellingen bij aan throughput-legitimiteit?
Door transparante besluitvorming en samenwerking tussen instellingen zoals de Commissie, de Raad en het Parlement.