Hoorcollege 9 Flashcards
Belichaamde cognitie
- Cognitie wordt gevormd door, en beïnvloed door,
je lichaam - Redeneer processen worden gevormd door
concepten van ruimte zoals omhoog, omlaag,
links, rechts, vooruit, achteruit, en concepten van zintuigelijke ervaring warm, koud, hard, zacht, etc. - Deze concepten zijn verbonden aan onze
orientatie in de wereld en interactie met de wereld - Voorbeelden: iemand onder onder de duim
hebben, de broek aan hebben in de relatie, het
hoofd van een organisatie zijn, een warme persoonlijkheid hebben, vooruitstrevend zijn,
stillstand is achteruitgang, hij is een zachtgekookt ei, etc.
Conclusie belichaamde cognitie (wat bepaald onze zintuigen en motorisch systeem)
- Dus, het type lichaam dat we hebben – onze specifieke zintuigen en motorische systeem - bepaald de formatie van
onze ruimtelijke en zintuigelijke concepten (omhoog, laag, links, recht, warm, koud, etc.) en indirect ook onze andere
concepten - Dus, als je de meer fundamentele concepten onder de knie hebt, kun je de betekenis van andere concepten ook leren
Technologie is een extensie van ons lichaam
- Technologische objecten worden ervaren als een verlengstuk (extensie) van ons lichaam
- Technologische objecten kunnen worden geïncorporeerd in
ons lichaamsschema
Cognitieve technologie
Fysieke objecten of structuren die informatie bevatten die we gebruiken in het uitvoeren van cognitieve taken
- Geheugen (bv. notitieboek)
- Navigeren (bv. kaart)
- Plannen (bv. agenda)
- Berekeningen (bv. rekenmachine of pen en papier)
- Meten (bv. thermometer)
- Leren (bv. schoolboek)
- Ontwerpen (bv. sketchpads)
De geschiedenis van
cognitieve technologie
- De capaciteit om
externe representaties
te maken was een
doorbraak in onze
cognitieve evolutie - Andere diersoorten
gebruiken gereedschap - Maar alleen mensen
gebruiken cognitieve
technologie
Voorbeelden cognitieve technologie uit de geschiedenis zijn:
- Hiërogliefen
- Telramen
- Drukpers
Wat gebeurt er als je met cognitieve technologie interacteert?
We leren te denken door met cognitieve technologie te interacteren.
Denk aan leren tellen met een telraam, leren lezen met een leesplankje, of interactief leren op een computer of digibord.
https://www.youtube.com/watch?v=qTypBSiWOOc (tellen met een telraam)
Het internet als cognitieve technologie
- Het wereldwijde web (WWW) is uitgevonden door Tim Berners-Lee in 1989 bij CERN
- Het internet is de meest
krachtige en alomtegenwoordige cognitieve technologie in de geschiedenis van de mensheid
Wat doet het internet als cognitieve technologie?
- Remedieert “remediates” bestaande mediasystemen:
kranten, wetenschappelijke tijdschriften, TV programma’s,
encyclopedieën, boeken, kaarten, archieven, etc. worden geabsorbeerd - Dit heeft toegang tot informatie gecentraliseerd en gedemocratiseerd
- Eigenschappen van digitale informatie (website of PDF) zijn
anders dan de eigenschappen van analoge informatie (in
een boek): zoeken is bv. makkelijker
Ontwikkeling van het internet
- Het internet blijft zich ontwikkelen, het is nooit af
- Web 1.0 (een select gezelschap kan informatie toevoegen) naar web 2.0
(iedereen kan informatie toevoegen) - “Internet of Things” apparaten worden aan het internet toegevoegd
- Moeilijk te voorspellen hoe het zich gaat ontwikkelen
Wat kun je allemaal doen met het internet
Het internet is zeer multifunctioneel en divers:
- Entertainment (online games, Netflix)
- Sociale interactie (Facebook, chat, en andere sociale media)
- Verkoop en handel (Amazon, bol.com, booking.com)
- Informatie (Wikipedia, Google Scholar, NOS, Wikileaks)
De effecten van
technologie op
cognitie (volgens Plato)
“For this invention will
produce forgetfulness in the minds of those who learn to use it, because they will not practice their memory. Their trust in writing, produced by
external characters which are no part of themselves, will discourage the use of their own memory” (Plato 1925, p.275a)
Vertaling:
“Want deze uitvinding zal
vergeetachtigheid veroorzaken in de
geesten van degenen die leren om het te gebruiken, omdat ze hun geheugen niet zullen oefenen. Hun vertrouwen in het schrijven, geproduceerd door externe karakters die geen deel van hunzelf uitmaken, zal het gebruik van hun eigen herinnering ontmoedigen.” (Plato 1925, p.275 bis)
De effecten van het internet op cognitie
- “If you can only remember the places to look for answers
rather than the answers themselves, then even these dots will not be learned and therefore cannot be joined up with
other dots to form an individual perspective of the world”
(Greenfield 2014, p. 221). - “With each expansion of our memory comes an
enlargement of our intelligence. The Web provides a convenient and compelling supplement to personal memory, but when we start using the Web as a substitute
for personal memory, bypassing the inner processes of consolidation, we risk emptying our minds of their riches”
(Carr 2011, p. 192).
Dus: Afhankelijkheid van externe bronnen zoals het web, in plaats van interne verwerking en herinnering, belemmert diepgaand leren en het ontwikkelen van een persoonlijke visie, en kan onze geest minder rijk maken.
Het Google effect
- Wanneer we iets niet weten, zijn we geneigd om het internet / computer te gebruiken om het op te zoeken
- Wanneer we weten dat informatie extern beschikbaar is, doen we minder moeite om het te onthouden
- Wanneer we weten dat informatie niet extern beschikbaar is, doen we meer ons best om het intern te onthouden
- Wanneer we weten dat informatie extern opgeslagen is, weten we waar het is opgeslagen maar niet de precieze
inhoudt van de informatie
Citaten over Google effect
- “These results suggest that processes of human memory are adapting to the advent of new computing and communication technology” (Sparrow, Liu, Wegner 2011, p.778).
- “We are becoming symbiotic with our computer tools,
growing into interconnected systems that remember less by
knowing information than by knowing where the
information can be found” (Sparrow, Liu, Wegner 2011, p.778) - Is het ecologisch geldig?
- WEIRD subjects
Conclusie Google effect
- Het bevrijd ons van het onthouden van saaie feiten en de opgevrijde capaciteit kunnen we voor andere dingen gebruiken
- Lange-termijn geheugen is zo goed als ongelimiteerd, dus
het genereerd niet meer opslagcapaciteit voor andere informatie. Het gevolg is dus minder informatie in je brein - Semantisch en episodisch geheugen