Hoorcollege 8 Flashcards
Art 152 lid 1 Rv (bewijs)
Bewijs kan in beginsel door alle middelen worden geleverd
- door alle middelen rechtens kan bewijs worden geleverd. Niet alleen die in Rv, maar ook andere
- waarom is het niet beperkt tot die 4 in Rv? ➞ want noodzakelijk dat er rekening wordt gehouden met de maatschappelijke ontwikkelingen
Art 152 lid 2 Rv
Waardering van het bewijs is aan de rechter overgelaten
- in het kader van manipuleren van het bewijs heeft de rechter hier wel mogelijkheden
Onrechtmatige bewijs en arrest
2 vragen
1. Wanneer is het onrechtmatig
2. Wat is het gevolg van onrechtmatig verkregen bewijs?
NJ 2015/20
Was sprake van onrechtmatig verkregen bewijs, omdat er in strijd was gehandeld met het code en recht op persoonlijke levenssfeer. HR gaat hierin mee.
Mocht de verzekeraar het bewijs dan nog gebruiken?: het is niet altijd gelijk niet toegelaten. Het maatschappelijk belang is de nadruk en dat de werkelijkheid te voren komt, maar verdere omstandigheden kunnen wel maken dat het niet mag worden gebruikt. In dit geval was hier sprake van, want de code was er ter bescherming van de verzekerde. Dus bewijs mocht hier alsnog niet worden gebruikt.
Bewijslevering
Bewijsincident na tussenvonnis: getuigenbewijs, deskundigenbewijs, plaatsopneming
- uitzondering: art 87 lid 3 Rv ➞ getuigen en partijdeskundige. Rechter bepaald dan niet dat partij A deze stelling moet bewijzen door middel van getuigen
Schriftelijk bewijs kan heel makkelijk toegevoegd worden, dus hiervoor geen aparte bewijsvoering. (Zoveel mogelijk al bij de processtukken, dus daarom hoeft er geen apart tussenvonnis voor worden bewezen)
- geen bewijsincident = geschriften, geluids- of beeldopname, schriftelijke getuigenbewijs
Bewijs middelen (onder andere):
- Geschriften
- Getuigenbewijs
- Deskundigen bewijs
- Plaatsopneming en bezichtiging
Geschriften als bewijs middel
Onderscheiden in:
1. Geschriften, niet-akten = niet ondertekende geschiften (brieven, emails, etc)
2. Akten = (art 156 lid 1 Rv) ondertekende geschriften die bestemd zijn om bewijs te dienen
a. Authentieke akte (art 157 lid 2 Rv) = opgemaakt door een bevoegde autoriteit (bv notariële akte, vonnis)
b. Onderhandse akte (art 157 lid 3 Rv) ➞ bv overeenkomst, schuld betekenis
Voordeel hiervan is het bewijskracht ➞ getuigenbewijs kan onbetrouwbaar zijn en kost tijd
Bewijskracht van geschriften
- geschrift niet akte heeft een vrije bewijskracht
- authentieke akten heeft dwingend bewijs tegenover een ieder ➞ want opgemaakt door een bevoegde autoriteit
- onderhandse akten heeft dwingend bewijs tussen partijen
Uitgangspunt is dat de handtekening echt is (tenzij tegenbewijs)
onderhandse akte: diegene die zich beroept moet bewijzen dat er sprake is van een geldige handtekening
Getuigenbewijs
➞ onbetrouwbaar als je te maken hebt met een leugenachtige, maar vaak is het niet bewust
De rechter mag ambtshalve getuigen horen (maar wanneer een partij een bewijsaanbod doet die adequaat is, heeft een partij recht op getuigenbewijs)
- Wanneer adequaat: wanneer het dienend (zien op de feiten van toewijzing of afwijzing van de vordering) en voldoende specifiek is (niet de bedoeling dat partijen nodeloos getuigen willen horen, want dit kost tijd en geldt ➞ partij moet dus aangeven welke getuigen hij zou kunnen horen en waarover zij zou kunnen verklaren)
- Rechter mag het niet afwijzen als hij niet veel verwacht van de getuige verklaring
De partijen hebben een recht op het doen horen van getuigen
Getuigenplicht
Art 165 lid 1 Rv
Uitgangspunt = als goed is opgeroepen, dan verplicht om te verschijnen
Middelen tot afdwinging getuigenplicht
art 171 Rv: nog een keer worden opgeroepen door deurwaarder exploot zodat hij zeker weet dat het moet
Art 172 Rv: ophalen met sterke arm
Art 173 Rv: gijzeling ➞ als hij op zitting niet wilt verklaren (dus vastzetten in de hoop dat hij later nog gaat verklaren)
Uitzondering getuigenplicht
= verschoningsrecht (art 165 Rv)
➞ op de zitting beroep hierop doen
Onderscheid:
1. Familiar = wanneer de getuige een naaste van het procespartijen is (lid 2 onder a)
2. Functioneel = dat bepaalde professionals ook een beroep kunnen doen (lid 2 onder b) ➞ ook meer jurisprudentie
- Geheimhoudingsverplichting? Niet gelijk een verschoningsrecht (moet recht worden gesproken op basis van de werkelijke feiten), en dus geen reden voor een verschoningsrecht en dat de rechter moet kijken naar de memorie van toelichting. Als daaruit blijkt dat de wetgever een geheimhoudingsplicht had willen strekken, dan is er sprake van een verschoningsrecht (wetgever moet dus die afweging hebben gemaakt)
3. Nemo tenetur (lid 3)
Voorwerp getuigenverklaring
= feiten die de getuige zelf heeft waargenomen
Partijgetuigen (bij getuigenbewijs)
Art 164 Rv
Ook partijen kunnen als getuigen worden gehoord ➞ lid 1
Gang van zaken rondom het getuigenbewijs
Het is een apart incident in de procedure
1. Interlocutoir tussenvonnis (art 166)
2. Oproeping van de getuigen (art 170) ➞ 1 week voor het gehoor aangeven welke, en dan moet de partij zelf de getuigen oproepen
3. Getuigenverhoor (art 177-179) ➞ rechter heeft de lead en stelt de vragen, pas hierna krijgen de advocaten de mogelijkheid om vragen te stellen
4. Proces-verbaal getuigenverhoor (art 180) ➞ ter zitting. Dus geen woordelijk verslag, maar een korte samenvatting. Dan wordt deze voorlezen en dan krijgen de advocaten en getuigen om te zeggen of het klopt
5. Contra-enquete (art 168) ➞ wederpartij. Tweede zitting vind dan plaats (beginsel van hoor en wederhoor)
6. Conclusie na enquete
Deskundigenbewijs
Art 194 Rv
De rechter geeft eerst een bewijsopdracht (dus op verzoek van een partij), maar de rechter kan het ook ambtshalve
Discretionaire bevoegdheid ➞ ‘kan’ (rechter is dus niet verplicht)
- Maar je kunt wel altijd een schriftelijke verklaring van een deskundige toevoegen (geschrift)
Toepassen van hoor en wederhoor