hoorcollege 3 Flashcards
Hoofdbeginselen van het burgerlijk procesrecht
Art 6 EVRM
➞ zijn van belang voor het inrichten van de procedures. Er wordt vaak teruggevallen op de beginselen
1. Onafhankelijkheid en onpartijdigheid
2. Hoor en wederhoor
3. Openbaarheidsbeginsel
4. Motivering
5. Toegankelijke rechtspleging
Veel hiervan vinden we ook terug in RV
Naast art 6 EVRM, ook andere
6. Goede procesorde
7. Waarheidsplicht
8. Partij-autonomie
Onafhankelijkheid en onpartijdigheid
➞ moet van elkaar worden gescheiden, ook al hangen ze met elkaar samen.
Onafhankelijkheid
= Voorkomen dat er druk is van buiten af tegenover de rechters, ten op zichtte van de uitvoerende macht, parlement en partijen
twee soorten onafhankelijkheid
a. Rechtspositionele = waarborgen die moeten voorkomen dat de rechter wordt bijinvloed (wijze en duur van benoeming bv)
b. Functionele = onafhankelijkheid ten opzichte van de wetgevende macht. Rechters mogen geen aanwijzingen krijgen van hen
Onpartijdigheid
= de rechter niet vooringenomen mag zijn
2 toetsen:
a. Subjectieve toets: persoonlijk gedrag van de rechter. Deze wordt aangenomen, tenzij het tegendeel wordt bewezen
b. Objectieve toets: of er voldoende waarborgen zijn wat betreft de onpartijdigheid van de rechter (denk aan raadsheer plaatsvervanger, mogen geen advocaat zijn in de plek waar de advocaat zijn)
Wraking en verschoning
➞ bij twijfel aan de onpartijdigheid
Wraking
- Art 36-39 Rv
- I Als een partij dit vermoeden heeft, dan kan een wrakingsverzoek worden toegewezen (initiatief van partijen)
- Soms is het niet al te duidelijk. Als de rechter een partij negeert bijvoorbeeld, je kunt zeggen dat dat onpartijdig is.
- VB: partij deskundige ingeschakeld, en rechter zegt dat daar ruimhartig moet worden omgegaan. Wederpartij wilt het hof wraken omdat een van de raadsheren al een aantal keer met de partijdeskundige heeft gezeten en daar beslissingen hebben genomen. Is dit een grond voor wraking? ➞ er is een schijn van partijdigheid, wat betreft de ENE raadsheer. Die raadsheer wordt gewraakt, maar de andere niet.
- Wanneer een partij niet eens is met de beslissing, staat daar geen beroep tegen op
Verschoning
➞ keerzijde van de wraking, als de rechter het doet
Om te voorkomen dat er schijn van onpartijdigheid ontstaat
Hoor en wederhoor
Meest fundamentele beginsel die we kennen in het burgerlijk procesrecht
➞ omvat verschillende aspecten
Art 19 lid 1 Rv
3 delen:
1. Recht op rechterlijk gehoor ➞ voldoende gelegenheid om hun standpunt naar voren te brengen
- een schriftelijke en mondelinge ronde
2. Het recht op tegenspraak ➞ partij moet kunnen reageren op het standpunt van de wederpartij
- procedureel debat
- HR Dipasa Europe Huyton
- NJ 2015/233
3. Gelijkheid van wapenen ➞ dat partijen dezelfde kansen moeten hebben om hun standpunt toe te lichten. Dat ze in gelijke mate worden gehoord
HR Dipasa Europe Huyton
= recht op hoor en wederhoor, recht op tegenspraak
illustratie van het recht op tegenspraak. Ging om het volgende: kort voor de zitten verklaring van het buitenland gebracht. Het hof heeft de beslissing gebaseerd op dit stuk. Hoge raad zegt dat het recht van tegenspraak inhoudt dat de stukken tijdig worden ingediend, zodat de andere partij hier in kan lezen en tijd heeft om hierop te reageren. Als dit niet het geval is, is er sprake van schending van het beginsel op hoor en wederhoor en specifiek tegenspraak
NJ 2015/233 (recht op hoor en wederhoor)
➞ recht op tegenspraak
Hof beslissing gebaseerd op proces verbaal eerste aanleg, maar een van de partijen heeft dit niet kunnen lezen en daarom ook niet kunnen reageren. Hier is sprake van schending van hoor en wederhoor omdat de partij zich niet heeft kunnen uitlaten over dat procesverbaal
Recht op mondelinge behandeling
➞ is van het echtelijk gehoor, schriftelijk of mondeling
Art 6 EVRM: recht op een mondeling behandeling in 1 instantie
- Art 87 Rv jo. 131 Rv (dagvaardingsprocedure), art 279 1 en 6 jo. 87 Rv (verzoekschriftprocedure), art 254 (kortgedingprocedure), art 353 en 362 Rv (hoger beroep)
- 87 lid 8 Rv: als het niet is plaatsgevonden en een partij verzoekt dit, dan moet de rechter dit verzoek toewijzen
Art 87 Rv en 6 EVRM, wordt het recht voldoende gewaarborgd in Nederland?
Gegunde spreektijd is nu beperkter dan voor 2019. Ligt nu dus ook meer aan de rechter en minder aan de advocaat.
EVRM stelt geen minimum eisen aan hoelang het moet zijn. De rechter kan zelf ook vragen stellen, wat de partijen ook andere mogelijkheden geven
Mag de rechter een verzoek tot het houden van een mondelinge behandeling afwijzen?
・ Art 134 Rv = OUD. Recht op pleidooi, tenzij een partij beroep deed op op klemmende redenen of als de toewijzing van verzoek strijdig is met de goede procedure
・ HR 24 maart 2023. De rechtspraak zegt dat het nog steeds werking heeft, maar nu door middel van artikel 87 lid 8 Rv. De rechter moet dit wel onderbouwen om het af te wijzen
Verhoeven/staat 2015
Fundamenteel recht. Materiële waarheidsvinding. Mondelinge behandeling plaatsgevonden.
- praktische wijze om om te gaan dat de rechter een andere functie heeft: als er geen procesverbaal van de zitting is opgemaakt, moeten partijen het recht hebben op een nieuwe mondelinge behandeling dat de partijen opnieuw de zaak behandelen.
Digitale zittingen en hoor en wederhoor
Hoor en wederhoor geschonden als gevolg van de digitale zittingen. Maar is dit altijd zo?
- Het kan digitaal, als het goed geregeld is en partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunt naar voren te brengen. Maar we zagen dat dit niet altijd even makkelijk was. Wifi problemen, geluid staat niet aan, etc. Dan ontstaan er problemen. Daarom moet er ook van te voren een proefzitting plaatsvinden