Hoorcollege 7 Flashcards

1
Q

Belang bewijslast

A

Voor het bepalen van bewijs is het materiële recht belangrijk

Als een automobilist en een fietser een botsing krijgen, dan is de auto aansprakelijk (tenzij hij overmacht kan aantonen, maar hier zijn strenge eisen voor). Maar waarvoor? Stel de auto rijdt een verpleegkundige aan die dat al 25jaar doet, en wilde dat eigenlijk doen tot haar pensioen. De verweerder zal verweer voeren tot de omvang van de schade (ze zal vast part time gaat werken wanneer ze kinderen krijgt, dan wat minder werken, etc).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het bewijsrecht?

A

= stellen, betwisten en bewijzen
- hard maken
- met zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aantonen
- aannemelijk maken
- het is genoeg wanneer er net iets meer is dat pleit voor het te bewijzen feit dan daartegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stelling (bewijs)

A

= bewijzen betekent aantonen dat iets buiten iedere twijfel verheven is en voor 100% waar is ➞ dit is onjuist
Aannemelijk maken is soms aan de orde. Als we bewijzen omschrijven gaat het erop dat je de rechter overtuigt dat het met een redelijke mate van waarschijnlijkheid zo is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wettelijke regeling bewijsrecht

A

boek 1, titel 2 afdeling 9 Rv

Maar het wordt ook bepaald door materiële regels ➞ bijv art 185 WVW, art 6:173 BW, art 7:658 BW

Daarnaast heb je ook praktijkafspraken ➞ art 153 Rv
- Je mag afspreken dat als je ooit een discussie hebt, jullie met het bewijs omgaan
Grenzen hiervan:
- Geen onderwerpen die niet ter vrije bepaling van partijen staan = onderwerpen van openbare orde (bijv ouderschap)
- Beperkingen uit het BW (bijv de zwarte lijst van de algemene voorwaarden in consumenten transacties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Werkingssfeer wettelijke regeling (bewijsrecht)

A
  • Ze zijn geschreven voor de dagvaardingsprocedure, maar gelden in principe ook voor de verzoekschriftprocedure
  • Gelden in beginsel niet in kort geding (om geen afbreuk te doen aan de snelheid van de procedure) ➞ maar zal het wel in het oog houden. Aansprakelijkheid brengt wel een soort evenwicht
  • Evenmin t.z.v. begroting schade (vgl art 6:97 BW) > of toch wel? De wet geeft de rechter de nodige ruimte bij de schade bepaling in de artikel. Lang werd gezegd dat het bewijsrecht niet van toepassing was in dit artikel. In beginsel moet de eisende partij de schade onderbouwen, daarop wordt het bewijsrecht toegepast.
    i. Klassieke opvatting is dat de rechter niet gebonden is tot het bewijsrecht, maar kan zich er wel bij aansluiten
    ii. Tegenwoordig: normale regels stelplicht en bewijslast worden als uitgangspunt gehanteerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vehof/Helvetia arrest: letselschade (art 6:97 BW?)

A

(Bewijsrecht)

Mevrouw moest aantonen dat ze letsel heeft en dat dat is ontstaan door een ongeval waardoor ze niet meer kan werken. Maar zegt de rechter, kunnen er geen strenge eisen geleverd worden aan de toekomstige schade.
Ze had jaren niet meer gewerkt en ging beginnen aan een nieuwe opleiding voor verpleegkundige. De verzekeraar heeft veel onderzoek gedaan, en zag dat ze ook al eerder heeft aangemeld tot een opleiding maar niet was aangenomen, en dat dat deze keer dan ook weer zo zal gaan. Rechter zegt dat je geen strenge eisen stellen aan het bewijs. Je moet zo goed mogelijk onderbouwen dat in dit geval het wel tot een carrière zou zijn geleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Speelveld van de bewijslevering - uitgangspunten art 149 Rv

A

art 149 lid 1 eerste zin Rv
- rechter mag zelf geen feiten aanvullen of in het geding brengen. Betekend dus ook dat werkelijke feiten geen onderdeel kunnen zijn want ze mogen niet meedoen. Heeft dus alleen betrekking tot feiten die door de partijen in het geding zijn gebracht
art 149 lid 1 tweede zin Rv
- feiten die door de ene partij zijn gesteld en door de wederpartij onvoldoende gemotiveerd zijn betwist, dient de rechter als vaststaand te beschouwen ➞ dus hoeven niet meer bewezen te worden
art 149 lid 2 Rv
- feiten van algemene bekendheid hoeven niet bewezen te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uitgangspunten bewijsrecht (andere bepalingen dan 149 Rv)

A

➞ niet direct tot bewijs, maar geeft het wel invloed
De waarheidsplicht van art 21 Rv
Art 22 Rv, bevel tot over leggen bescheiden
Art 85 lid 1 Rv, verplichting tot bijvoegen afschrift stukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wet vereenvoudiging en moderniseren bewijsrecht

A

Veranderd niets tot bewijslast verdeling, maar bevat wel regelingen om het vroegtijdig om de feiten in het geding te brengen
➞ verklein je wel de speelveld van bewijslevering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bewijslast

A

= wie moet stellen moet bewijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie stelt moet bewijzen vs wie moet stellen moet bewijzen

A

H et verschil tussen de twee:
Alles wat een partij aanvoert moet bewezen worden, maar dit is niet het geval. Bewijzen heeft alleen betrekking tot de feiten die je moet stellen. Wat je moet stellen wordt beïnvloed door het materiële recht. Je moet datgeen stellen dat vast moet komen te staan om datgene dat je vordert toegewezen te krijgen.
- Bijv, bij onrechtmatige daad, moet je de voorwaarden van onrechtmatige daad stellen

Bewijsrecht gaat dus om rechtsfeiten (en niet blote feiten). Maar wat dit zijn is niet heel abstract, het wordt bepaald door de grondslag van de vordering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie moet stellen?

A

Uitgangspunt = stemplicht wordt bepaald door het materiële recht

• Eiser moet de feiten stellen die nodig zijn voor het
rechtsgevolg dat hij wil doen intreden (waardoor zijn
vordering dus kan worden toegewezen)
• De exacte invulling van de stelplicht is echter niet in
abstracto te bepalen
• De stelplicht wordt mede ingekleurd door het verweer van
de wederpartij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bewijslevering

A

➞ toelating tot bewijslevering moet je verdienen
- Voldoende gemotiveerd stellen
- Art 149 lid 1 2e zin Rv ➞ degene die zich beroept stelt de bewijslast (dus in principe de eisende partij). Degene die verweer voert heeft geen bewijslast.

Als de gedaagde partij niet alleen betwist, of als het beweer een zelfstandig beweer inhoudt (gedaagde partij zich op een eigen rechtsgrond beroept) ➞ dan krijg je weer de situatie dat de gedaagde partij toch de feiten moet stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Veeg formule

A

Enkel ontkennen is niet genoeg, je moet het gemotiveerd stelen
➞ het is dus geen betwisten op zichzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Tegenbewijs

A

Also de partied ie de bewijslast heeft, als deze naar de oordeel van de rechter geslaagd is in de bewijslevering, dan heeft de gedaagde partij nog de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren
- art 151 lid 2 Rv
➞ ook dit moet je verdienen

Tegenbewijs leveren = zacht maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bewijslastverdeling

A

Bewijslast = bewijsrisico
Als na het bewijs nog onduidelijk is of het heeft voorgedaan, dan komt het in tegendeel voor degene die de bewijslast draagt (dus in beginsel de eiser)
➞ art 150 Rv

17
Q

Afwijking van de hoofdregel van art 150 Rv

A

de wet biedt hier ruimte voor, zie de tenzij uit art 150 Rv
A. Bijzondere regel
1. Geschreven regel
- Wettelijke vermoedens
a. weerlegbaar (bijv, art 3:119 BW ➞ als je procedeert over de bepaalde eigendommen van een bepaalde zaak dan wordt de bezitter vermoed de rechthebbende te zijn, maar dit kan je weerleggen) of;
b. onweerlegbaar (art 3:118 lid 2 BW ➞ als bezitter eenmaal ter goeder trouw is wordt hij geacht om dit te blijven)
2. Ongeschreven (de rechtspraak)
B. Redelijkheid en billijkheid ➞ is een grond waar in de praktijk vaak beroep op wordt gedaan, brengt met zich mee dat de bewijslast op de gedaagde ligt. Maar wordt ook vaak afgewezen.

18
Q

Als er redenen zijn om af te wijken van het bewijs, wat betekende dat dan?

A
  1. De daadwerkelijke omkering van het bewijslast ➞ dat de bewijslast en daarmee het bewijsrisico van begin af aan op de andere partij wordt gelegd (gedaagde partij)
  2. Bewijs van causaal verband tussen o.d. of wanprestatie en schade
19
Q

Bewijs van causaal verband tussen o.d. of wanprestatie en schade

A

➞ volgens hoofdregel is eisende partij die causaal verband moet bewijzen. Maar in bepaalde gevallen komt de rechtspraak het bewijs tegemoet.
Onderscheid:
a. C.s.q.n. ➞ hier gaat het bij bewijs over
b. T.n.r.

20
Q

HR St. Willibrord arrest

A

Opgenomen in een bepaalde inrichting, maar hij wilde eigenlijk die dag al vertrekken. Regel is dat ze eerst naar de psychiater moet, maar dit is niet gebeurd. Meneer heeft zich aangebeld bij iemand thuis, en binnengelaten. Toen hele huis in brand, die mensen zeiden dat ze de clinic aan gingen spreken. Norm was geschonden waardoor nu hun huis nu in de fik is gegaan. Hier werd wel een vermoeden van causaal verband vast gesteld.
➞ veel critic, en naar aanleiding hiervan een strengere toepassing van omkeringsregel

21
Q

HR ter Hofte/Oude Monnink Motors arrest

A

Motorrijder die ter val kwam. Vast staat is dat de moter geopereerd moest worden, en dat dit niet goed gebeurd is, maar niet duidelijk is of dit de oorzaak is van de val.
- Garage zei dat er nooit zoveel olie gelekt zou kunnen worden dat dat leidt tot een val
- Eisende partij zei dat de omkeeringsregel toegepast moest worden, maar de HR ging hier deze keer niet in mee

22
Q

HR 23 November 2012, Erven gynaecoloog/ouders en kind

A

➞ nog wat gecompliceerder omkeringsregel

23
Q

Timmer/Deutman arrest & schepers de bruijn arrest

A

Verlichting van de bewijslast plaats, doordat op de partij die niet de bewijslast heeft de verplichting was gelegd om de wederpartij informatie te verstrekken (partij helpen dus).

24
Q

Schepers de bruijn arrest

A

Mevrouw die geopereerd was en per ongeluk haar blaas doorgeknipt. Mevrouw ondervind een tijd daarna een heftige bloeding en daarna weer een operatie. Waarschijnlijk omdat ze kort daarna seks had gehad, maar mevrouw zegt dat dat haar niet is verteld. Mevrouw zegt dat het makkelijk is om te zeggen voor de arts dat kan bewijzen. HR houdt vast dat het voor de eisende partij is om bewijs in te leveren.
Maar de arts moet de partij wel helpen over informatie rond de behandeling ➞ dit kan ook een manier zijn dat een partij wordt geholpen

25
Q

Uitgangspunt bewijslast van 150 Rv

A

= moet door de eiser worden bewezen (art 150 Rv jo 6:74/162 BW)

Maar uitzondering mogelijk ➞ omkeringsregel

26
Q

Omkeringsregel (ivm art 150 Rv)

A

“Regel” dat indien door een als o.d. of wp aan te merken gedraging het risico ter zake van het ontstaan van schade in het leven is geroepen en dit risico zich vervolgens verwezenlijkt, daarmee het causaal verband tussen die gedraging en de aldus ontstane schade in beginsel is gegeven

  • Toepassing van de omkeringsregel betekent géén omkering van de bewijslast, maar impliceert (blijkbaar) een vermoeden waartegen tegenbewijs mogelijk is*

HR zegt dat de toepassing van omkering in meerdere gevallen kan:
- Vooral bij schending van verkeer en veiligheidsnormen
- Alleen aan de orde bij c.s.q.n. verband
- De grondslag is geregeld in de redelijk en billijkheid