Hoorcollege 7: economie (rekenmethodes) Flashcards

1
Q

partial budgeting

A

Kwantificeren van economische gevolgen van een ziekte of een maatregel.
Alleen kosten en opbrengsten die veranderen
Twee situaties (basis en alternatief):
- extra opbrengsten (+)
- bespaarde kosten (+)
- misgelopen opbrengsten (-)
- extra kosten (-)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

4 soorten veranderingen partial budgeting

A

Basis: geen ziekte
Alternatief: wel ziekte
- welke opbrengsten en kosten heb je bespaard of misgelopen door het wel of niet hebben van de ziekte.
–> dit kan positieve of negatieve effecten kunnen hebben.
Bijv. mastitis:
Extra opbrengsten = n.v.t.
Bespaarde kosten = krachtvoer/kunstmelk
Misgelopen opbrengsten = minder melk / wachttijd
Extra kosten = behandeling, afvoer, melkgeldkorting
–> Hier komen bepaalde bedragen uit > verschil tussen beide.
–> je kan ook deze methode gebruiken voor oude situatie en preventie van ziekte.
Extra opbrengsten = hogere productie, minder weggegooide melk
Bespaarde kosten = behandeling, afvoer, melkgeldkorting
Misgelopen opbrengsten = n.v.t.
Extra kosten = preventie maatregelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gebruik partial budgeting

A
  • basis van heel veel economische analyses
  • gebruiken voor:
    a. bepalen kosten van ziektes
    b. bepalen opbrengst behandeling
    c. keuze te maken tussen behandelingen
    d. economische gevolgen (preventieve) maatregel
  • Belangrijk: was is basissituatie en alternatief!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beslisboom

A
  • grafische weergave van alle opties die kunnen gebeuren.
  • Hiermee neem je de kans dat iets gebeurt mee –> einde beslisboom geeft kosten weer.
  • als onzekerheid een grote rol speelt
  • Uitkomstwaarde (pay-off)
  • Economisch Optimale keuze o.b.v. Verwachte Financiële Waarde (VFW).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kosten-baten analyse

A
  • Houdt rekening met tijd (rente): geschikt voor meerjarige programma’s
  • goede methode wanneer kosten en baten door de tijd verschillen
  • vaststellen kosten en baten van ieder jaar
  • disconteren om huidige waarde kosten en baten te bepalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Disconteringsfactor

A
  • Baten over 3 jaar zijn niet vergelijkbaar met kosten nu
  • disconteren is rekening houden met verschil in waarde over tijd
  • DF = 1 / (1 + r/100)n
  • Stel marktrente is 5%
    a. disconteringsfactor jaar 1: 0,95
    b. disconteringsfactor jaar 2: 0,91
    c. disconteringsfactor jaar 3: 0,86
    d. etc
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kosten-baten analyse: hoe?

A

• Vaststellen kosten en baten van ieder jaar
• Vaststellendisconteringsfactor
– Disconteren: Toekomstige waarde&raquo_space; huidige waarde
• Berekenen huidige waarde kosten en baten
• Disconteren: Huidige waarde = Toekomst
waarde1/ (1 + r/100)N
• r= rente, N= jaar
• Disconterings Factor: 1 / (1 + r/100)N
• HW=TW
DF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Drie soorten beslissingscriteria

A
  • Netto contante waarde
  • Baten/kosten ratio
  • Interne rentevoet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

NPV = net present value

A

hoeveel hou je over? Opbrengsten - kosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly