Hoorcollege 2: statistiek & wetenschappelijk redeneren Flashcards

1
Q

wat is wetenschap

A

Wetenschap kan ruwweg worden gekarakteriseerd als een betrouwbare methode om kennis te vergaren. Deze kennis moet zowel beschrijvend als verklarend zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Betrouwbaarheid onderzoek

A

ze moeten dan objectief en herhaalbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Objectiviteit

A

Men moet een overtuigend onderzoek doen waarin data wordt verzameld. Aan de hand van dit onderzoek met de verzamelde data laat men dan zien dat een uitspraak gerechtvaardigd is of juist niet kan worden aangetoond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Herhaalbaarheid

A

Het onderzoek moet herhaalbaar zijn, zodat het gecontroleerd en al of niet bevestigd kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wetenschappelijk onderzoek

A

Doordat wetenschappelijk onderzoek zich bezig houdt met het verzamelen en conclusies trekken uit data speelt statistiek een belangrijke rol in de wetenschappelijke redenering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

6 stappen van statistiek onderzoek

A
Stap 1: hypotheses
Stap 2: de data
Stap 3: de toetsingsgrootheid
Stap 4: de p-waarde
Stap 5: conclusie
Stap 6: betrouwbaarheidsinterval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stap 1: hypotheses

A

de hypotheses zijn afgeleid van de onderzoeksvraag en bepalen voor een groot deel wat er gemeten gaat worden wat weer van grote invloed is op de te gebruiken statistiek.
Je hebt een nulhypothese (H0) en een alternatieve hypothese (H1). H1 is een ontkenning van H0.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stap 2: de data

A

de data wordt verzameld omdat het informatie geeft over de te toetsen hypothesen. De hypothesen en verzamelde data bepalen voor een groot deel wat er uitgerekend en hoe er geredeneerd gaat worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stap 3: de toetsingsgrootheid

A

De toetsingsgrootheid is een functie van de steekproefwaarnemingen, die iets zegt over de hypothesen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Steekproef

A

Er moet besloten worden of H0 verworpen wordt of niet > steekproef. Alle waarnemingen in de steekproef worden samengevat tot de zogenaamde toetsingsgrootheid. Als er een representatieve steekproef uit de populatie wordt genomen dan zal de steekproeffractie in de buurt moeten liggen van de verwachte waarde. Als dit zo is, dan wordt H0 minder snel verworpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Formule toetsingsgrootheid

A

z = p−π/se(p)
se℗ is de standaard error van p. Deze standard error geeft aan wat we te zien zouden krijgen als we het
onderzoek erg vaak herhalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Standard error van steekproeffractie

A

Dus de standard error van de steekproeffractie geeft de spreiding aan tussen de steekproeffracties als we het onderzoek erg vaak zouden herhalen > als dit een groot getal is dan is de spreiding tussen de fracties groot (bij veel onderzoeken kan dit best verschillen). Bij een klein getal dan is de spreiding veel kleiner, dus zegt 1 onderzoek veel meer dan een groter onderzoek –> veel onderzoeken geeft meer informatie dan 1 onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is z (toetsingsgrootheid)?

A

z is de afstand, met een plus- of minteken ervoor, tussen de gevonden steekproeffractie p en π0, de populatiefractie volgens de nulhypothese, uitgedrukt in het aantal standaarderrors. Stel men vindt de uitkomst z is 2, dan is de afstand tussen de gevonden steekproeffractie p en π0 2 standaarderrors groot.
Als de H0 waar is dan is z=0.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stap 4: de p-waarde

A

Hoe groot is de kans dat we een z-waarde vinden, zoals de gevonden of een extremere, als we een z-waarde in de buurt van de nul verwachten = eenzijdige p-waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

p-waarde

A

De p-waarde is de kans op de uitkomst van de toetsingsgrootheid of een extremere uitkomst als de nulhypothese waar is. Als de p-waarde heel klein is, dan heb je wat gevonden wat heel onwaarschijnlijk is onder de H0 (verwerpen). Meestal < 0,05

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Stap 5: conclusie

A

Verwerpen of aannamen van H0

17
Q

Stap 6: betrouwbaarheidsinterval

A

Om te weten wat aannemelijke waarden voor de populatiefractie volgens dit onderzoek zijn, kan men een betrouwbaarheidsinterval uitrekenen. Men vraagt zich dan af: wat zijn aannemelijke waarden voor de populatie fractie π.

18
Q

Interpretatie betrouwbaarheidsinterval

A

De interpretatie van dit betrouwbaarheidsinterval is: de kans dat dit interval de populatiefractie bevat is 0.95.

19
Q

Verwerpen a.d.h.v. betrouwbaarheidsinterval

A

Je neemt een interval van 95%. De z-waarde moet tussen die bijbehorende intervallen liggen. Als deze ertussen ligt, dan verwerp je niet.