Hoorcollege 2: statistiek & wetenschappelijk redeneren Flashcards
wat is wetenschap
Wetenschap kan ruwweg worden gekarakteriseerd als een betrouwbare methode om kennis te vergaren. Deze kennis moet zowel beschrijvend als verklarend zijn.
Betrouwbaarheid onderzoek
ze moeten dan objectief en herhaalbaar zijn
Objectiviteit
Men moet een overtuigend onderzoek doen waarin data wordt verzameld. Aan de hand van dit onderzoek met de verzamelde data laat men dan zien dat een uitspraak gerechtvaardigd is of juist niet kan worden aangetoond.
Herhaalbaarheid
Het onderzoek moet herhaalbaar zijn, zodat het gecontroleerd en al of niet bevestigd kan worden.
wetenschappelijk onderzoek
Doordat wetenschappelijk onderzoek zich bezig houdt met het verzamelen en conclusies trekken uit data speelt statistiek een belangrijke rol in de wetenschappelijke redenering.
6 stappen van statistiek onderzoek
Stap 1: hypotheses Stap 2: de data Stap 3: de toetsingsgrootheid Stap 4: de p-waarde Stap 5: conclusie Stap 6: betrouwbaarheidsinterval
Stap 1: hypotheses
de hypotheses zijn afgeleid van de onderzoeksvraag en bepalen voor een groot deel wat er gemeten gaat worden wat weer van grote invloed is op de te gebruiken statistiek.
Je hebt een nulhypothese (H0) en een alternatieve hypothese (H1). H1 is een ontkenning van H0.
Stap 2: de data
de data wordt verzameld omdat het informatie geeft over de te toetsen hypothesen. De hypothesen en verzamelde data bepalen voor een groot deel wat er uitgerekend en hoe er geredeneerd gaat worden.
Stap 3: de toetsingsgrootheid
De toetsingsgrootheid is een functie van de steekproefwaarnemingen, die iets zegt over de hypothesen.
Steekproef
Er moet besloten worden of H0 verworpen wordt of niet > steekproef. Alle waarnemingen in de steekproef worden samengevat tot de zogenaamde toetsingsgrootheid. Als er een representatieve steekproef uit de populatie wordt genomen dan zal de steekproeffractie in de buurt moeten liggen van de verwachte waarde. Als dit zo is, dan wordt H0 minder snel verworpen.
Formule toetsingsgrootheid
z = p−π/se(p)
se℗ is de standaard error van p. Deze standard error geeft aan wat we te zien zouden krijgen als we het
onderzoek erg vaak herhalen.
Standard error van steekproeffractie
Dus de standard error van de steekproeffractie geeft de spreiding aan tussen de steekproeffracties als we het onderzoek erg vaak zouden herhalen > als dit een groot getal is dan is de spreiding tussen de fracties groot (bij veel onderzoeken kan dit best verschillen). Bij een klein getal dan is de spreiding veel kleiner, dus zegt 1 onderzoek veel meer dan een groter onderzoek –> veel onderzoeken geeft meer informatie dan 1 onderzoek.
wat is z (toetsingsgrootheid)?
z is de afstand, met een plus- of minteken ervoor, tussen de gevonden steekproeffractie p en π0, de populatiefractie volgens de nulhypothese, uitgedrukt in het aantal standaarderrors. Stel men vindt de uitkomst z is 2, dan is de afstand tussen de gevonden steekproeffractie p en π0 2 standaarderrors groot.
Als de H0 waar is dan is z=0.
Stap 4: de p-waarde
Hoe groot is de kans dat we een z-waarde vinden, zoals de gevonden of een extremere, als we een z-waarde in de buurt van de nul verwachten = eenzijdige p-waarde.
p-waarde
De p-waarde is de kans op de uitkomst van de toetsingsgrootheid of een extremere uitkomst als de nulhypothese waar is. Als de p-waarde heel klein is, dan heb je wat gevonden wat heel onwaarschijnlijk is onder de H0 (verwerpen). Meestal < 0,05