Hoorcollege 5: economie (waarde) Flashcards

1
Q

Waarde diergeneeskundig handelen LH

A
  • uiteindelijk door consument bepaalt
  • wat veehouder over heeft voor diergeneeskundig handelen
  • relatief simpel te bepalen en te kwantificeren
    a. bijv. te verwachten opbrengsten genezen koe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Productieketen

A

De DA, KI, voerleverancier levert diensten aan de melkveebedrijf > verwerking (zoals Friesland Campina) > retail (zoals AH) > consument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waardeketen

A

Precies andersom als productieketen. Als we veel waarde hechten aan melk dan heeft de retail er meer voor over, de verwerking en het bedrijf ook etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarde DGK handelen GD

A
  • wat diereigenaar overheeft voor DGK handelen
  • enquete onder diereigenaren > mensen willen meer uitgeven als het dier al ziek is i.t.t. een preventieve handelingen –> bepalen is moeilijk,
  • d.m.v. enquetes gebaseerd op theorie van consumentengedrag kun je er beter inzicht in krijgen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Theorie van consumentengedrag

A
  • Keuzes tussen producten voor de consument
  • Utility (nut) = mate van tevredenheid
  • Utility te meten
  • Consument wil utility maximaliseren
  • Ranken van producten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Indifference curve

A
  • utility is gelijk op alle punten op de curve

- 1 extra hamburger gelijk aan 2.5 pizza minder > waarde 1 extra hamburger gelijk aan -2.5 pizza.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan je meten wat men overheeft voor DGk handelingen?

A
  • theorie van consumentengedrag

- conjoint analyse (onderdeel theorie v. consumentengedrag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is conjoint analyse?

A
  • ontwikkeld jaren 70
  • meet hoe klanten componenten van een product/service waarderen
  • Gebruikt in marketing onderzoek:
    a. welke eigenschappen moeten producten hebben?
    b. waardering van consumenten voor aantal aspecten van een product
    c. hoe moet product geprijsd worden?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Opzet conjoint analyse

A

Je hebt een product > deze krijgt bepaalde eigenschappen zoals kleur, merk, aantal deuren. Binnen de verschillende eigenschappen zitten verschillende levels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kan je met een Conjoint analyse?

A
  • inzicht in voorkeuren van diereigenaren (je klanten)
  • inzicht in oa waardering kosten, en dus informatie over hoeveel je kunt vragen
  • te gebruiken voor betere advisering en bepalen tarieven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is economie?

A
  • Wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen maken bij de productie, consumptie en distributie van schaarse goederen en diensten
  • Ondersteunt het nemen van beslissingen, daarbij rekening houdend met de beschikbare middelen en met als doel om in behoeftes te voorzien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom economie voor DA?

A
• Runnen van een dierenartsenpraktijk 
  – Aannemen nieuw personeel?
  – Aanschaf apparaat?
  – Welk tarief voor bedrijfsbegeleiding/consult?
• Advies over behandeling dierziektes 
  – Koe afvoeren of behandelen?
  – Meedoen aan vaccinatieprogramma?
  – Wat levert bedrijfsbegeleiding op?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is waarde?

A

• Iets heeft waarde als “het in enige mate kan bijdragen aan de bevrediging van behoeften”
• Waarde: Wat iemand over heeft voor een goed
– Hoeveelheid geld die iemand wil betalen voor iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly