Hoorcollege 4 Flashcards
welke vraag stellen de Logisch Positivisten en Wittgenstein 1?
wat is een betekenisvolle zin?
wat verdedigt Wittgenstein?
correspondentietheorie van waarheid en betekenis
wanneer is een zin betekenisvol?
- als het correspondeert met de feiten (waarheid)
waar kun je uitspraken over doen volgens Wittgenstein
- waarneembare werkelijkheden
- alledaags/banale uitspraken & empirische wetenschappen
5 uitgangspunten van logisch positivisten
- verwerping zinloze beweringen
- logica
- positivisme
- geünificeerde wetenschap
- verifieerbaarheid als demarcatiecriterium
- verwerping zinloze beweringen
- zinvolle beweringen zijn wetenschappelijke beweringen
- je wordt niet wijzer van betekenisloze zinnen
- je moet kijken naar dingen die kunt waarnemen en onderzoeken –> betekenisvolle uitkomsten
- logica
- uitspraken die werkelijkheid direct beschrijven zijn protocolzinnen
- protocolzinnen kun je met logica verbinden
- logica levert geen kennis op
- 2 opvattingen van positivisme
- positie van Comte
- opvatting die stelt dat wetenschap enige geldige kennis oplevert
gevolg = omslag kennisleer naar WF
- geünificeerde wetenschap
alle wetenschapper werken samen aan 1 wetenschappelijke theorie
wat maakt wetenschap 1 geheel?
deductief-nomologisch model
deductief-nomologisch model
- premisse 1 = algemene uitspraak
- premisse 2 = beginuitspraak
- premisse 3 = voorspelling
–> deductie is logisch geldig
context of discovery
hoe ontdekt je algemene wet?
context of justification
hoe rechtvaardig je algemene wet
- demarcatiecriterium
- verifieerbaarheid
- confirmeerbaarheid
verifieerbaarheid
“altijd te checken”
- adhv zintuigen
probleem met verifieerbaarheid voor wetenschap
- te sterk
- alle algemene uitspraken worden onwetenschappelijk
confirmeerbaarheid
“vaak bevestigd”
probleem confirmeerbaarheid
- te zwak
- soms wordt kletspraat geconfirmeerd
kritiek punten logisch positivisten
- geen goed demarcatiecriterium
- inductieprobleem D-N model
- theoriegeladenheid van waarneming D-N model