Hoorcollege 3 Flashcards

1
Q

Ontwikkeling van het CHC-model

A

Het CHC-model is het huidige meest gebruikte model voor intelligentie. Het model komt uit de psychometrische benadering.
De ontwikkeling van dit model ging als volgt:
1. Raymond Cattell – Gf-Gc
2. John Horn
3. John Carroll
4. Actuele CHC-theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Raymond Cattell – Gf-Gc
A

De eerste stap in de ontwikkeling van het CHC-model. Raymond Cattell was een student van Spearman en bouwde voort op Thurstone.

Testscores zijn een combinatie van algemene intelligentie en specifieke factor. Algemene intelligentie is niet één factor (g) maar twee te onderscheiden factoren. –> dichotome conceptualisatie van cognitieve vaardigheden.

Dit leverde een intelligentietest met ‘universele’ cultuurvrije inhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4 stellingen van Cattell
Gf en Gc

A

1e stelling:
Er zijn twee types intelligentie: Vloeiende intelligentie (Gf) en gekristalliseerde intelligentie (Gc)

2e stelling:
Fluid intelligence (Gf) = Capaciteit om logisch te denken, los van verworven kennis en nodig voor logische problemen. Dit is de erfelijke kant van intelligentie.

3e stelling:
Crystallized intelligence (Gc) = Het vermogen om kennis, vaardigheden en ervaring te gebruiken. Denk aan algemene kennistest, woordenschat, …

4e stelling:
Scores op intelligentietesten = Een gecombineerd resultaat van Fluid + Crystallized intelligence.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cattells ‘Investment Theory’

A

Gf is een enkelvoudige, algemene vaardigheid om relaties te onderkennen. Deze is verbonden met de ontwikkeling van de hersenen. Niet gebonden aan geheugengebieden. Er zijn twee types fluid intelligence:
- Historische Gf
- Actuele Gf

Gc zijn complexe, verworven (aangeleerde) vaardigheden. Verbonden met een serie specifieke gebieden in het brein.
Gc = Functie van historische Gf x Functie van ‘globale leerinvestering’
Globale leerinvestering = Functie van tijd, interesse en geheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

John Horn (Cattell-Horn theory), 10-factorenmodel van Horn

A

John Horn was een student bij Cattell. Samen maakte zij de Cattell-Horn theory.

10-factorenmodel van Horn:
- Gv, visuele informatieverwerking (visualization)
- Gs, verwerkingssnelheid (hoe snel iemand taken uit kan voeren) (speediness)
- Gsm, kortetermijngeheugen (short-term memory)
- Glm, langetermijngeheugen (long-term memory)
- Ga, auditieve informatieverwerking (auditive)
- Gr, reactiesnelheid (reaction time and decision speed)
- Gq, kwantitatieve vaardigheden (quantitative)
- Grw, lees- en spellingsvaardigheden (reading and writing)

Tienfactorenmodel zal bekend worden als C-H- model
Wat de testen meten = nauwe (Stratum I) vaardigheden.
Wanneer op deze resultaten factoranalyse wordt gedaan = brede, tweede orde (Stratum II) vaardigheidsfactor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

John Carroll

A

Carroll doet zeer veel (factoranalytisch) onderzoek naar de structuur van intelligentie.
Structuur van intelligentie heeft 3 lagen:
- stratum III
Het breedste en meest algemene niveau, algemene factor ‘g’
- stratum II
8 brede cognitieve vaardigheden
- stratum I
70-tal nauwe cognitieve vaardigheden

ZIE FIGUUR 4.

Het grootste verschil met de Cattell-Horn theorie is dat Carroll wel gebruik maakte van de algemene factor ‘g’.
Carroll voegde ook kortetermijn- en langetermijngeheugen bij elkaar. Ook plaatse hij lees- en spellingsvaardigheden onder crystallized intelligence en kwantitatieve kennis onder fluid intelligence.

ZIE FIGUUR 5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Actuele CHC-theorie

A

In 1997 stellen onderzoekers gecombineerd model voor: C-H-C - model
= Cattel-Horn-Carroll model
Let op het CHC-model is niet ontwikkeld door Cattel, Horn of Carroll.

Sommige auteurs laten ‘g’ weg: essentie van individuele sterktes in kaart brengen.
Andere auteurs: ‘g’ is het belangrijkste: ‘g’ is verantwoordelijk voor het grootste deel van de variantie.

ZIE FIGUUR 6.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly