Hoorcollege 2 Flashcards

1
Q

RNR model doel

A

Systematisch model met als hoofddoel de dynamische risicofactoren verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt RNR in

A
  1. Risk
  2. Need
  3. Resonsivity
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Risk
A

In kaart brengen van de ader en inschatten recidiverisico. Hiervoor gebruik je statistische beandering, aangevuld met klinisch inzicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

HCR-20

A

Amerika/Canada, historisch, klinisch (nu), risico (toekomst).
Algemeen delict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

HKT-R

A

Historisch, klinische, toekomst Nederland.
Algemeen delict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

SVR-20

A

Sexual Violence Risk-20, specifiek delict (seksueel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

VRS

A

Violence risk scale, meer specifiek naar dader, rekening houden met persoonlijkheid.
Algemeen delict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

PCL-R

A

Psychopathie checklist revised, gebruikt om te bepalen of iemand psychopaat is.
Algemeen delict, specifiek dader.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

SAVRI

A

Structured assesment of Violent Risk, specifiek voor jeugd onder 23 jaar.
Algemeen delict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Needs
A

8 centrale behoeften waar op je het best kan focussen voor behandeling. Wel aanpassen aan jouw specifieke dader.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 8 needs?

A
  1. Antisociaal gedragspatroon
  2. Pro-antisociale houding
  3. Sociale steun voor antisociaal gedrag
  4. Middelenmisbruik
  5. Familierelaties
  6. School/werk
  7. Prosociale vrijetijdsbesteding
  8. Criminele/ delict geschiedenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke needs zijn dynamisch en welke niet?

A

Criminele/ delict geschiedenis is niet dynamisch maar statisch. Het is wel de grootste voorspeller.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Responsiviteit
A

Aanslaan interventie hangt af van relatieprincipe en structuurprincipe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar kan straf uit voortkomen?

A

Omgeving, vanuit persoon zelf, het gedrag zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Extramuraal

A

Mensen wonen thuis en gaan overdag naar therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Intramuraal

A

Mensen die opgesloten zitten

17
Q

Criminogeen

A

Misdaadverwekkend

18
Q

Wat zorgt voor criminogeen gedrag

A
  • Te zwaar behandelen
  • Niet focussen op needs
  • Geen CGT
  • In gevangenis tips en tricks leren
19
Q

Kritiek op RNR

A
  • Probleemgericht
  • Weinig focus op responsiviteit van patiënt en motivatie voor therapie
  • Te weinig focus op relatie patiënt-therapeut
  • One size fits all benadering
20
Q

Good Lives Model

A

Constructieve benadering, gefocust op de racht van iemand. Positieve psychologie benadering.

21
Q

Wat is de beredenering Good Lives Model

A

Gaat erom om vaardigheden te verbeteren voor het verkrijgen van primaire sociale goederen. Verbeteren van manier om om te gan met problemen.

22
Q

4 pijlers van Good Lives Model

A
  1. Positieve benadering gebaseerd op sterke punten
  2. Risicofactoren zijn hindernissen in de interne en externe voorwaarden voor verwezenlijke goederen.
  3. Geeft aan welke vaardigeden en capaciteiten nodig zijn voor starten behandeling (treatment readiness)
  4. Houding van therapeut naar cliënt en relatie (vergeving en autonomie centraal)
23
Q

Wat zijn de 4 soorten moeilijkheden die iemand kan hebben volgens Good Lives Model?

A
  • Te weinig middelen om bepaalde doelen te bereikenm
  • Capaciteiten van persoon zijn niet voldoende (persooonlijkheid/intelligentie)
  • Planningsvermogen (toekomstperspectief/lange termijn inschattingen)
  • Conflictueze doelen (werken vs. chillen)
24
Q

Effectiviteit GLM

A

Meer motivatie en minder behandeluitval

25
Q

Kritiek van RNR op GLM

A

Alles wat in GLM zit, zit ook al in het RNR model