Hoorcollege 1: de cel en zijn moleculen Flashcards
Waaruit bestaat de basis van een atoom?
De kern heeft protonen (positief) en neutronen (neutraal). Om de kern cirkelen elektronen in vaste banen, de elektronenschil. Kern is neutraal met evenveel protonen en elketronen.
Massagetal: protonen+neutronen.
atoomnummer: protonen/elektronen.
Wat is een covalente interactie?
Dit is atoombinding waarbij elektronen worden gedeeld. Dit is sterke binding. Bij enkele binding is draaing mogelijk en bij dubbele binding=starre, geen draaing.
Wat zijn aantal zwakke verbindingen?
- ionbinding: positief en negatief trekt elkaar aan
- vanderwaalsbinding: aantrekkingskracht tussen moleculen. Hoger groter, hoe sterker de binding.
-hydrofobe interacties: aantrekkingskracht tussen hydrofobe stoffen - waterstofbruggen: binding tussen polaire stoffen als water waarbij partiele lading is.
Wat is de samenstelling van een cel?
70% water en 30% chemicalien.
Wat is polair en apolair molecuul?
polair (hydrofiel): er is verschil in lading tussen de atomen door de plaatsing van de gedeelde elektron
apolair(hydrofoob): deze stoffen geen ladingsverschil
Wat is een amfipatische molecuul?
Dit is een molecuul met hydrofiele en hydrofobe eigenschappen zoals fosfolipiden.
Wat zijn de 3 eigenschappen van water?
- oplosmiddel voor andere polaire stoffen door H-bruggen te vormen
- verdrijft apolaire (hydrobe) stoffen
- in water kunnen amfipatische moleculen micellen vormen
Wat is een micel?
De is een vetmolecuul dat omgeven is door amfipatische moleculen. De hydrofobe staart gaat in de vetmolecuul en de hydrofiel kop naar de water toe.
Verschillende soorten cellen
- Fibroblasten → Maken collageen en extra cellulaire matrix en stevigheid
- Neuronen → hersenen/ruggenmerg met lange uitlopers
- Epitheelcellen → Bedekken bijvoorbeeld organen en deel van de huid
Wat is condensatie en hydrolyse reactie?
condensatie: samenvoegen van monomeren als aminzuren kom waterdeeltje vrij
hydrolyse: afbreken van polymeer/macromolecuul is water voor nodig
Wat is een lipide?
vetzuurmolecuul met een lange hydrofobe staart en korte hydrofiele carboxylgroep kop.
Wat zijn de verschillen tussen de vetzuren?
- de lengte
- verzadigd= geen dubbele binding en onverzadig=wel dubbele binding
- op de plaats van de dubbele binding is er een knik waardoor meer ruimte is en dus vloeibaarder wordt. onverzadigd=olie en verzadigd=vet
Hoe ontstaat een vetmolecuul?
Er is een binding tussen 1 glycerol en 3 vetzuurmoleculen. De reactieve hydrofiele koppen vormen een binding met het glycerol waarbij een 3 watermoleculen ontstaan.
Functies van vet
-opslag voor energie
-vormen basis van bv celmembraan: fosfolypide
bouwstenen van de soorten moleculen
Proteïne: opgebouwd uit aminozuren
Dna/rna: opgebouwd uit nucleotide
Polysacharide: opgebouwd uit sacharides/suikers
Vetten opgebouwd uit:3 vetzuren en glycerol
Hoe heten de monomeren van sachariden en wat is de molecuulformule?
monosachariden en molecuulformule: (CH20)n waarbij n=3,4,5,6.
Wat is een aldose en ketose en welke subgroepen zijn er hiervan?
aldose: eerste C heeft dubbel gebonden zuurstofatoom en ketose: de middelste C. De subgroepen zijn hexoses (6), pentoses (5), tetroses (4) en trioses (3).
Hoe heet de covalente binding die gevormd bij binding van monosachariden onder elkaar?
glucosidic bond, hierbij wordt water afgesplitst
Wat is de naam van monosachriden en uit hoeveel monosacharide bestaat het?
- disachariden: 2 monomeren
- oligosachariden: 3 tot 10 monomeren
- polysachariden: meer dan 10 monomeren
Hoe heten de binding tussen sachariden en andere bouwstenen?
- glycolipide: oligosacharide en lipide
- glycoproteine: oligosacharide en eiwit
- nucleoside: monosacharide en base
Hoe heet de afbraak van glucose?
glycolyse en hierbij komt ATP vrij.