Hoorcollege 1 Flashcards
Strategie
Doelen en lange termijn plannen, gefocust op de externe omgeving een bedrijf. Strategie gaat om met dilemma’s en paradoxen.
Netwerklevel niveau
Het leven tussen bedrijven.
Corporate level
Ga je veel activiteiten op je nemen, of ga je toespitsen op één activiteit.
Business level
Hoe positioneer je je, en wat doe je met de concurrentie.
Functioneel niveau
Hoe moet je de functies inrichten binnen een organisatie?
Tool-driven
Je bestudeert en begrijpt de theorie afzonderlijk van elkaar, om deze later wanneer er een probleem voorkomt deze theorie te gebruiken om het op te lossen.
Problem-driven
Je probeert eerst het probleem te begrijpen, en daarna kies je de theorie die het kan oplossen.
Strategie formuleren (strategizing)
Het bepalen van een strategie.
Missie en visie (missioning and visioning)
Wat worden je missie en visie.
Strategisch proces (strategy process)
Gekoppeld aan strategy content. Op wat voor manier komt de strategie tot stand? Bestaat uit: strategy formulation, strategic change & strategic innovation.
Strategische inhoud (strategy content)
Wat wordt de strategie.
Strategische context (strategy context)
Omstandigheden waarin de strategy content en de strategy process zijn besloten. Op welk level is de strategie ingebed (internationaal/industrie/organisatie)?
Puzzles (either/or problem)
Een uitdagend probleem met een optimale oplossing.
Dilemma’s (either/or problem)
Een vervelend probleem met twee mogelijke oplossingen, die beide goed zijn.
Trade-offs (Both/and problems)
Er zijn veel mogelijke oplossingen, die allemaal een andere balans geven tussen twee conflicterende gebieden.