hoofdstuk G Flashcards

1
Q

loss aversion

A

de neiging van potentiële verliezen om psychologisch meer invloed te hebben dan potentiële winsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

behavioral economics

A

de studie van hoe economische beslissingen worden beïnvloed door psychologische factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

rational economic thinking

A

het idee dat consumenten rationeel zullen handelen volgens de strikte regels van vraag en aanbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

irrational economic thinking

A

het idee dat de beslissingen van consumenten vaak irrationeel zijn, beïnvloed door mentale snelkoppelingen, misvattingen en emotionele vooroordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bounded rationality

A

het idee dat er een natuurlijke cognitieve grens is aan ons vermogen om rationele economische beslissingen te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

prospect theory

A

het idee dat we voorspelbare fouten maken bij het afwegen van uitkomsten en waarschijnlijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

standard economic model (SEM)

A

een model voor het begrijpen van economisch gedrag dat beschrijft hoe mensen zich gedragen als ze altijd deugdelijke, rationele beslissingen nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

behavioral economic model (BEM)

A

een model voor het begrijpen van economisch gedrag dat beschrijft hoe psychologie irrationele economische besluitvorming beïnvloedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

auction fever

A

de neiging om te veel te bieden op een item dat wordt verkocht in een sociaal concurrerende omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

subjective ownership; mere ownership; endowment effect

A

het gevoel dat je iets bezit door je voor te stellen dat je het bezit; dit gevoel leidt tot irrationeel gedrag, zoals er te veel voor betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

compulsive hoarding syndrome

A

een stoornis die wordt veroorzaakt door de psychologische behoefte om dingen te bewaren om angst en/of depressie te verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

mental accounting

A

hoe we mentaal denken over geld en het gebruik ervan bij het nemen van economische beslissingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fungibility

A

voor geld, het idee dat het gebruik ervan uitwisselbaar is (je kunt het gebruiken voor huur, eten of iets anders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

payment decoupling

A

het psychologisch scheiden van betaling van het daadwerkelijk krijgen of gebruiken van een product, zoals later betalen via een creditcard of lening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

opportunity cost

A

de “kosten” van het niet nastreven van andere, alternatieve kansen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

reference point

A

een psychologische startplaats die wordt gebruikt voor vergelijkingen wanneer we de waarde van iets inschatten

17
Q

default decision

A

het resultaat dat onvermijdelijk zal gebeuren als er geen actie wordt ondernomen