Hoofdstuk 8 Flashcards
group
wanneer twee of meer individuen op elkaar inwerken of verenigd zijn door een gemeenschappelijk lot
group cohesion
de mate waarin leden van een groep zich met elkaar verbonden voelen, harmonieus samenwerken en bedreigingen weerstaan
initiation effect
we waarderen groepen meer als ze moeilijk te bereiken zijn en/of als we een moeilijke introductie hebben moeten doorstaan
hazing
wanneer leden van een groep willekeurige rituelen opzetten voor nieuwe leden die fysieke of emotionele schade kunnen veroorzaken, wat een soort escalatieval kan zijn voor aspirant-leden
maltreatments effects
wanneer ontgroening sociale afhankelijkheid oproept, wat ironisch genoeg loyaliteit aan de groep bevordert
stockholm syndrome
wanneer gijzelaars genegenheid ontwikkelen voor hun ontvoerders
rejection sensitivity
de angst voor sociale afwijzing en uitsluiting
optimal distinctiveness theory
het idee dat we tegelijkertijd de doelen van uniek zijn en deel uitmaken van een groep kunnen bereiken door lid te zijn van een kleine elitegroep
social facilitation
wanneer we harder werken in aanwezigheid van anderen dan we alleen zouden doen
comparative social psychology
vergelijkingen van sociaal gedrag op soortniveau die meestal worden gebruikt om het unieke karakter van menselijk gedrag te bepalen
mere presence hypothesis
het idee dat alleen al het hebben van andere mensen in de kamer je fysiologische opwinding verhoogt en je taakprestaties beïnvloedt, zelfs als ze je niet echt in de gaten houden
evalution apprehension hypothesis
het idee dat het hebben van andere mensen in de kamer uw taakuitvoering zal beïnvloeden vanwege uw angst dat ze u beoordelen
social loafing
wanneer mensen die in een groep werken hun individuele inspanning verminderen
proces loss
vermindering van inspanning in groepsverband die voortkomt uit een gebrek aan motivatie
coordination loss
wanneer een gebrek aan samenwerking en communicatie de effectiviteit van een groep verzwakt of social loafing vergroot