hoofdstuk 5 Flashcards
person perceptions
hoe we anderen waarnemen, gebaseerd op eerste indrukken en (mogelijk vertekende) interpretaties van hun gedrag later
nonverbal communication
de vele manieren waarop we informatie aan anderen doorgeven via lichaamstaal, stemgeluid en gezichtsuitdrukkingen
universality hypothesis
het idee dat non-verbale gezichtsuitdrukkingen universeel zijn, ongeacht de cultuur
duchenne smile
een oprechte, oprechte glimlach
duping delight
de grijns op het gezicht die verschijnt wanneer mensen denken dat ze met een leugen zijn weggekomen
micro-expression
een onvrijwillige flits van emotionele eerlijkheid op iemands gezicht
cultureme
cultuurspecifieke symbolen die breed gedeelde ideeën of sociale indrukken overbrengen
halo effect
wanneer een hele sociale perceptie van een persoon is opgebouwd rond een enkele eigenschap
central trait
een belangrijk kenmerk in een persoon of object dat een uniforme indruk wekt over de hele persoon
what-is-beautiful-is-good effect
wanneer fysieke aantrekkelijkheid een halo-effect creëert, zodat mooie mensen ook verschillende andere positieve eigenschappen hebben
self-fulfulling prophecy
verwachtingen die zichzelf waarmaken omdat ze ons eigen gedrag veranderen en hoe anderen op ons reageren
attribution theory
het idee dat we proberen het gedrag van andere mensen te begrijpen met behulp van gezond verstand verklaringen en aanwijzingen
attributions
onze gissingen voor de oorzaak van andermans acties of gebeurtenissen om ons heen
internal attributions
verklaringen voor iemands gedrag die over hen gaan, zoals hun persoonlijkheid of bewuste keuze
external attributions
verklaringen voor iemands gedrag die zijn gebaseerd op factoren buiten zijn macht of op de omstandigheden, zoals ziek worden, het weer of geluk
just world hypothesis
het idee dat mensen moeten geloven in een eerlijke wereld waar mensen over het algemeen krijgen wat ze verdienen, wat kan leiden tot onjuiste interne attributies voor het gedrag of de resultaten van anderen
locus of control
ons geloof of we onze eigen toekomst kunnen beheersen (interne locus) of dat onze toekomst afhankelijk is van geluk, het lot of een hogere macht (externe locus)
covariation model of attribution
onze pogingen om systematische verklaringen te vinden voor waarom mensen handelen zoals ze doen
consensus
de dimensie van Kelley’s covariatiemodel van attributie die verwijst naar de vraag of andere mensen geneigd zijn zich op dezelfde manier te gedragen tegenover een doelpersoon
consistency
de dimensie van Kelley’s covariatiemodel van attributie die verwijst naar de vraag of de actor in de situatie de neiging heeft om op dezelfde manier te handelen tegenover iedereen
distinctiveness
de dimensie van Kelley’s covariatiemodel van attributie die verwijst naar iets unieks aan deze situatie dat het gedrag van de acteur ten opzichte van een doelwit verklaart
terror management theory
het idee dat wanneer we worden herinnerd aan onze eigen uiteindelijke dood, we troostende overtuigingen omarmen
mortality salience
wanneer onderzoekers het idee van de dood, vooral de onvermijdelijke dood van een individu, levendiger maken
fundamental attribution error
onze neiging om de invloed van persoonlijkheid te overschatten en de kracht van de situatie te onderschatten wanneer we attributies maken over het gedrag van anderen