Hoofdstuk 9 - Paragraaf 9.11 T/m Einde Flashcards

1
Q

Wat is ‘puberty’?

A

Het begin van de adolescentie, gekenmerkt door het begin van de geslachtsrijpheid en daarmee het vermogen om zich voort te planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de ‘adolescent growth spurt’?

A

Een door hormonen aangedreven toename van lengte en gewicht, het ontwikkelen van primaire geslachtskenmerken en het ontwikkelen van de secundaire geslachtskenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn ‘primary sex charasteristics’?

A

Rijping gelachtsorganen, begin menstruatie (vrouw), vermogen tot ejaculatie (man)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn ‘secondary sex characteristics’?

A

Schaamhaar, lichaamshaar, toename van spiermassa (man), vetophoping (vrouw), baard in de keel (man), duidelijkere taille (vrouw).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de ‘Erikson’s Eight Stages of Psychosocial Development’?

A

Een theorie over de menselijke ontwikkeling die nadruk legde op leeftijd, cultuurneutrale psychosociale uitdagingen en hun effecten op het sociale functioneren gedurende het hele leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke grote veranderingen gebeuren in de adolescentie, die antwoord geven op de vraag wie je bent?

A
  • Fysieke verschijning
  • Cognitieve vaardigheden worden geavanceerder
  • Verhoogde sociale druk zodat je verkent waar je grenzen liggen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is ‘gender identity’?

A

Het gevoel van man, vrouw of nonbinair zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een ‘gender role’?

A

Een gedrag dat meestal geassocieerd wordt met mannelijk of vrouwelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is ‘intersexuality’?

A

Fysiologische aspecten voelen over seks die dubbelzinnig of inconsistent met elkaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is ‘cisgender’?

A

Wanneer je genderidentiteit overeenkomt met het toegewezen geslacht bij de geboorte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is ‘transgender’?

A

Mensen die bij de geboorte een geslacht hebben gekregen, maar van wie de genderidentiteit die van het andere geslacht is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is ‘dementia’?

A

Een verzamelnaam voor hersenaandoeningen die zorgen dat het denken, geheugen en gedrag geleidelijk verslechtert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de ‘socioemotional selectivity theory’?

A

Een theorie die stelt dat naarmate mensen ouder worden, ze de tijd als beperkt beschouwen en daarom hun focus verleggen naar betekenisvolle gebeurtenissen, ervaringen en doelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly