Hoofdstuk 12 - Paragraaf 12.10 T/m Einde Flashcards
Wat is ‘postdecisional dissonance’?
Wanneer iemand zich concentreert op de positieve aspecten van de gemaakte keuze, en de negatieve aspecten van de opties die niet zijn gekozen.
Wat is ‘persuasion’?
Een actieve en bewuste poging om een attitude te veranderen door het overbrengen van een boodschap.
(Overtuigen)
Wat is het ‘elaboration likelihood model’?
Het idee dat overtuigende boodschappen op twee manieren tot attitudeveranderingen leiden:
- Via de centrale route.
- Via de perifere route.
Wat gebeurt er als iemand wordt overtuigd via de ‘central route’?
Ze zijn in staat om informatie te verwerken, ze besteden aandacht aan de argumenten en nemen alle informatie in overweging.
Dit leidt tot sterke attitudes die mensen actief blijven verdedigen.
Wat gebeurt er als iemand wordt overtuigd via de ‘peripheral route’?
Dan verwerken ze de informatie minimaal, wat leidt tot impulsieve acties.
Deze overtuigingen zijn zwakker en veranderen waarschijnlijker met de tijd.
Wat is de ‘foot in the door technique’?
Als mensen akkoord gaan met een klein verzoek, is de kans groter dat ze gehoor geven aan een groot en wenselijk verzoek.
Wat is de ‘door in the face technique’?
Mensen zijn eerder geneigd in te stemmen met een klein verzoek nadat ze een groot verzoek hebben afgewezen.
Wat is ‘low-balling’?
Wanneer iemand al heeft ingestemd met een ‘lage’ prijs, waardoor hij sneller akkoord zal gaan met kosten die er toch nog bij komen.
Wat is ‘nonverbal behavior/body language’?
De gezichtsuitdrukkingen, gebaren, maniertjes en bewegingen waarmee iemand met anderen communiceert.
Wat zijn ‘thin slices of behavior’?
De nauwkeurige beoordelingen die mensen maken, op basis van slechts een paar seconden observatie.
Wat zijn ‘attributions’?
De verklaringen van mensen voor waarom gebeurtenissen of acties plaatsvinden.
Wat zijn ‘personal attributions’?
De verklaringen van het gedrag van mensen die verwijzen naar hun interne kenmerken.
(Capaciteiten, eigenschappen, stemmingen of inspanningen)
Wat zijn ‘situational attributions’?
Verklaringen voor het gedrag van mensen die verwijzen naar externe gebeurtenissen.
(Het weer, geluk, ongelukken, acties van anderen)
Wat is een ‘fundamental attribution error’?
De neiging om bij het verklaren van andermans gedrag, persoonlijkheidskenmerken sterk te benadrukken of situationele factoren te onderschatten.
Wat is ‘actor/observer discrepancy’?
De neiging om de situatie de schuld te geven bij hun eigen gedrag, maar de schuld aan het karakter te geven bij andermans gedrag.
(Ik ben te laat door het verkeer, maar hij is te laat omdat hij lui is)