Hoofdstuk 9: Communication and information Flashcards
1
Q
to announce
A
aankondigen
2
Q
to convey
A
meedelen, overbrengen
3
Q
to propose
A
voorstellen
4
Q
to endorse
A
goedkeuren
5
Q
to preach
A
preken
6
Q
tabloid
A
roddelblad
7
Q
headliners
A
koppen, krantenkoppen
8
Q
topic
A
onderwerp
9
Q
slip of the tongue
A
verspreking
10
Q
issue
A
kwestie
11
Q
ratings
A
kijkcijfers
12
Q
to highlight
A
benadrukken
13
Q
newsagent
A
kiosk, krantenverkoper
14
Q
editor
A
redacteur
15
Q
latter
A
laatstgenoemde
16
Q
abbreviation
A
afkorting
17
Q
to browse
A
bladeren
18
Q
to survey
A
enquête, onderzoek, marktonderzoek
19
Q
poll
A
opiniepeiling
20
Q
to indicate
A
te kennen geven
21
Q
to define
A
omschrijven