Hoofdstuk 9 Flashcards
9.1 Wanneer is informatie van materieel belang?
Het begrip materieel belang kan je verdelen in twee dimensies, kwantitatieve en kwalitatieve dimensie. De kwantitatieve dimensie betreft het bedrag van de onjuistheid, terwijl de kwalitatieve materialiteit gaat over de aard van de onjuistheid. Doorgaans is de kwantitatieve dimensie eenvoudiger uit te leggen, omdat je het bedrag van de onjuistheid kan vergelijken met het bedrag van de materialiteit. Is het bedrag van de onjuistheid kleiner dan het bedrag van de materialiteit, dan is de onjuistheid niet materieel.
9.2 Waarop is het in de NV COS gehanteerde begrip materialiteit gebaseerd?
Informatie is materieel indien het weglaten of het onjuist weergeven daarvan de economische beslissingen die gebruikers op basis van de jaarrekening nemen, zou kunnen beïnvloeden. De materialiteit van de post of fout is afhankelijk van de omvang daarvan, beoordeeld onder de bijzondere omstandigheden waaronder het weglaten of onjuist weergeven plaatsvindt. Het begrip materialiteit verschaft dus meer een drempel of kritische grens, dan dat het een primair kwalitatief kenmerk is dat informatie moest bezitten om nuttig te zijn.
9.3 Wie bepaalt (de omvang van) de materialiteit?
De gebruikers van de jaarrekening.
9.4 Welke soorten materialiteit worden onderscheiden en waarom is dit onderscheid van belang?
Een kwantitatieve dimensie (bedrag van de afwijking) en een kwalitatieve dimensie (aard van de afwijking).
9.5 Wat is materialiteit voor de financiële overzichten als geheel?
De jaarrekeningtolerantie. De toegestane afwijking in de jaarrekening.
9.6 Wat is het verband tussen materialiteit en uitvoeringsmaterialiteit?
De uitvoeringsmaterialiteit wordt vastgesteld om de kans dat het geheel van niet-gecorrigeerde en niet-ontdekte afwijkingen in de financiële overzichten de materialiteit voor de financiële overzichten als geheel overstijg, tot een passend laag niveau terug te brengen.
9.7 Wordt het begrip materialiteit alleen in de planningsfase van de controle gebruikt? Licht uw antwoord nader toe.
Bij de planningsfase zal de toegestane afwijking van materieel belang lager worden ingeschat dan de toegestane afwijking van materieel belang bij de ex-post-evaluatie.
Hieruit kan worden geconcludeerd dat het materieel belang en controletolerantie niet alleen in de planningsfase wordt toegepast maar ook bij de ex-post-evaluatie.
9.8 Materialiteit kan worden beïnvloed door wettelijke en andere voorschriften. Licht deze stellingname toe.
In NV COS 320 wordt aangegeven dat de inschatting van het materieel belang een zaak is van vakkundige oordeelsvorming. Hierbij vormt de kennis van de huishouding en haar omgeving het referentiekader.
9.9 Hoe wordt de uitvoeringsmaterialiteit en de materialiteit voor de financiële overzichten als geheel bepaald?
De accountant dient de uitvoeringsmateraliteit in het kader van de inschatting van de risico’s van een afwijking van materiaal belang vast te stellen, alsmede de aard, timing en omvang van verdere controlewerkzaamheden.
9.10 Waarom wordt uitvoeringsmaterialiteit veelal aan posten van de jaarrekening toegerekend?
Uitvoeringsmaterialiteit is vastgesteld om de kans dat het geheel van niet gecorrigeerde en niet ontdekte afwijkingen in de financiele overzichten de materaliteit voor financiele overzichten al geheel ontstijgt, tot een passend laag niveau terug te brengen.
9.11 Welke soorten afwijkingen kunnen worden onderscheiden? Wat zijn de consequenties van de verschillende soorten afwijkingen voor de te verrichten werkzaamheden?
Opzettelijke en onopzettelijke afwijkingen (incidentele en systematische afwijkingen). Bij het ontdekken van een of meer opzettelijke afwijkingen dient de accountant de fraudevoorschriften na te leven. Systematische afwijkingen hebben gevolgen voor de verdere planning van de controle en de uit te voeren werkzaamheden. Bij de constatering van systematische afwijkingen die de materialiteit te boven gaan, zal de accountant aandringen op correctie waarbij over het algemeen ook aanpassing van de processen zal plaatsvinden. Bij een incidentele afwijking van materiële betekenis zal de accountant als regel ook aandringen op correctie.
9.12 Welke invloed hebben schattingen in posten van de jaarrekening op de controleaanpak?
Er is een groter risico van materiële afwijkingen dan in posten die zijn opgebouwd uit feitelijke gegevens.
9.13 Hoe dient optelling van afwijkingen en schattingsverschillen bij de evaluatie van de controle plaats te vinden?
Voor de optelling van afwijkingen groepeert de accountant de verschillende betrokken elementen naar hun positieve of negatieve invloed op (eigen) vermogen en/ of resultaat. Bij die optelling wordt ook rekening gehouden met de kwalitatieve aard van de afwijkingen.