Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

3.1 Uit welke twee soorten regels bestaat de regelgeving van het accountantsberoep?

A

De regelgeving voor het totale accountantsberoep bestaat globaal uit twee soorten regels: (zie tabel 3.1)
• Regels voor de individuele accountants;
• Regels voor accountantspraktijken. (blz. 39)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3.2 Wat is het verschil tussen een verordening en een voorschrift?

A

Het verschil met een verordening betreft met name de formele procedure van totstandkoming. Een verordening moet in een ledenvergadering met een meerderheid van stemmen worden aangenomen, terwijl voor nadere voorschriften geldt dat de leden gehoord moeten worden via bijvoorbeeld een schriftelijke inspraakprocedure, waarna het bestuur de nadere voorschriften, zonder expliciete goedkeuring van de ledenvergadering, kan uitvaardigen. (blz. 40)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3.3 Wat is het verschil tussen accountantsorganisaties en –kantoren, en welke regelgeving is op deze praktijken van toepassing?

A

Accountantsorganisaties hebben een vergunning aangevraagd bij de AFM en accountantskantoren hebben geen vergunning aangevraagd bij de AFM, hierdoor vallen de accountantskantoren niet onder de Wta. (blz. 40)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3.4 Beschrijf de taken van de AFM in het kader van de Wta.

A

De AFM houdt toezicht op de naleving van de normen door Accountantsorganisaties en externe accountants die wettelijke controles verrichten. Indien niet wordt voldaan aan de normen van de Wta, kan de AFM ingrijpen met bestuursrechtelijke maatregelen (boetes, publicaties, dwangsommen en intrekking van vergunning). Daarnaast kan de AFM een overtreding door de externe accountant van een norm uit de Wta aanhangig maken bij de Accountantskamer. (blz. 42)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3.5 Wat is de functie van de VGC en hoe is deze gestructureerd?

A

De primaire functie van de verordening gedragscode is om onzekerheid over het handelen van registeraccountants – bij de registeraccountants zelf, maar ook bij het maatschappelijk verkeer en de toezichthoudende en de tuchtorganen – weg te nemen. De VGC geeft richting aan het fungeren van accountants en verduidelijkt aan het maatschappelijk verkeer wat mag worden verwacht van een accountant. (blz. 42)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

3.6 Wat is het doel van de verordening kwaliteitsonderzoek?

A

Het primaire doel van het kwaliteitsonderzoek is de bevordering van de kwaliteit van de beroepsuitoefening. De handhaving van de naleving van de beroepsregels is ook van belang, maar vormt niet als belangrijkste motief voor het kwaliteitsonderzoek. (blz. 51)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3.7 Welke zaken zijn in de wet op het accountantsberoep geregeld?

A

De Wet op het accountantsberoep heeft de Wet op de Registeraccountants (WRA) en de Wet op de Accountants-administratieconsulenten (WAA) vervangen. De Wta regelt zaken over de:
• Nederlandse beroepsorganisatie van accountants (NBA)=fusie tussen NIVRA en NOvAA;
• Verordeningen en overige besluiten;
• De financiën van de beroepsorganisatie;
• De accountant;
• De opleiding tot accountant;
• Bestuurlijk toezicht op de beroepsorganisatie;
• Overige bepalingen. (blz. 53

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3.8 Geef aan op wat voor soort zaken het tuchtrecht van toepassing is.

A

Bij het tuchtrecht voor accountants worden de gedragingen van de individuele beroepsbeoefenaar afgewogen tegen de normen die in de kring van accountants gelden. Hierbij hoeft geen schuld of opzet bewezen te worden, zoals in het strafrecht. (blz. 54/55)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3.9 Beschrijf de doelstellingen van het tuchtrecht.

A

Het tuchtrecht heeft niet alleen ten doel de tekortgeschoten registeraccountant te corrigeren, maar is ook een middel om beroepsfouten en beroepsgebreken te voorkomen. Het tuchtrecht heeft voornamelijk een preventieve werking. (blz. 55)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3.10 Waarop zijn de nadere voorschriften controle- en overige standaarden gebaseerd?

A

NV COS is gebaseerd op de International Standards on Auditing (ISA’s) die worden uitgevaardigd door de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB) van de IFAC. (blz. 61)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

3.11 Met welke regelgeving voor jaarverslaggeving heeft de accountant bij zijn controle hoofdzakelijk te maken?

A

De accountant heeft bij zijn controle hoofdzakelijk te maken met Boek 2 BW en IFRS. (blz. 57)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3.12 Wat wordt verstaan onder een getrouw beeld?

A

Een getrouw beeld wil zeggen dat de gebruikers van de jaarrekening hun beslissingen niet zullen wijzigen op basis van een minimale afwijking van de jaarrekening. Een getrouw beeld zou als volgt samengevat kunnen worden: aanvaardbaarheid, toereikendheid, betrouwbaarheid en rechtmatigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3.13 Zijn de stellige uitspraken van de Raad van de Jaarverslaggeving te vergelijken met verordeningen?

A

Nee, want een verordening is een overheidsbesluit van algemene strekking met verbindende werking. De stellige uitspraken van de RJ hebben geen wettelijke verbindende kracht. (blz. 59)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly