Hoofdstuk 8 Flashcards
8.1 Wat is het doel van de accountantscontrole van de jaarrekening?
Een oordeel geven of de jaarrekening in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming is met de van toepassing zijnde grondslagen voor de financiële verslaggeving.
8.2 Verschaft een controleverklaring bij de jaarrekening zekerheid over:
• de levensvatbaarheid van een huishouding;
• de doelmatigheid en doeltreffendheid van het bedrijfsbeleid en de bedrijfsvoering? Motiveer uw antwoord.
Nee, zie 8.1.1.1 de 1e alinea
De accountant geeft met de controleverklaring zijn oordeel.. De elementen van de controleverklaring zijn reikwijdte van de controle (de norm), getrouw beeld, en redelijke mate van zekerheid.
8.3 Welke elementen hebben betrekking op de algemene controledoelstellingen?
De reikwijdte van de controle, een getrouw beeld en een redelijke mate van zekerheid.
8.5 Welke aspecten komen bij een onderzoek naar de getrouwheid van een verantwoording aan de orde? Geef bij elk van de genoemde aspecten een toelichting.
- Aanvaardbaarheid. De vraag of de verantwoordingsplichtige in alle redelijkheid kan kiezen voor het ingenomen standpunt of voor de gehanteerde veronderstellingen.
- Toereikendheid. Of al hetgeen wat nodig is voor een goede interpretatie van de verantwoording, duidelijk en voldoende is weergegeven.
- Betrouwbaarheid. De mate waarin de informatie juist en volledig is.
- Rechtmatigheid. Is een aparte doelstelling bij overheidsinstellingen. Er moet dan voldaan worden aan de relevante wet- en regelgeving.
8.6 Wat wordt verstaan onder een kwalitatief axiomatisch voorbehoud en een kwantitatief axiomatisch voorbehoud?
Het axiomatische voorbehoud heeft betrekking op afwijkingen in de jaarrekening die naar hun aard niet hoeven te worden ontdekt of kunnen worden ontdekt door de accountant bij de jaarrekeningcontrole. Oorzaken van het kwalitatief axiomatisch voorbehoud zijn gelegen o.a. in de volgende omstandigheden:
• De accountant kan niet deskundig zijn op alle gebieden die voor de controle van de verantwoording relevant kunnen zijn.
• De accountant kan niet voortdurend aanwezig zijn op alle plaatsen waarop zich voor de verantwoording relevante gebeurtenissen kunnen voltrekken.
Het kwantitatief axiomatisch voorbehoud is sterk gerelateerd aan de afweging van kosten en nut van de accountantscontrole.
8.7 Welke eisen dienen vóór het trekken van steekproeven te worden bepaald?
Steekproeven worden uitgevoerd met een vooraf te bepalen betrouwbaarheid en nauwkeurigheid die als gevolg daarvan geen volledige zekerheid opleveren.
8.8 Gesteld wordt wel dat een controleverklaring een bewering omvat over beweringen. Licht deze stelling toe.
De controleverklaring bestaat uit een bewering van de accountant over een bewering van het bestuur/management/de verantwoordingsplichtige.
8.9 In welke vijf categorieën kunnen de soorten van beweringen van verantwoordingsplichtigen worden gerangschikt?
- Bestaan;
- Volledigheid;
- Waardering of allocatie;
- Rechten en verplichtingen;
- Presentatie en toelichting.
- 10 Geef bij vraag 8.9 genoemde categorieën van beweringen aan waar ze specifiek betrekking op hebben.
(8. 9 In welke vijf categorieën kunnen de soorten van beweringen van verantwoordingsplichtigen worden gerangschikt?)
- Bestaan: of transacties die zijn opgenomen in de jaarrekening, daadwerkelijk hebben plaatsgevonden en dat bezittingen en schulden die zijn opgenomen in de jaarrekening, feitelijk bestaan op de balansdatum.
- Volledigheid: dat de verantwoordingsplichtige stelt dat alle transacties die hebben plaatsgevonden en alle bezittingen en schulden van de huishouding zijn opgenomen in de jaarrekening.
- Waardering of allocatie: dat bezittingen, schulden, eigen vermogen, opbrengsten en kosten voor het juiste bedrag in de verantwoording zijn opgenomen.
- Rechten en verplichtingen: dat in de jaarrekening opgenomen bezittingen het eigendom zijn van de huishouding en dat in de jaarrekening opgenomen schulden een verplichting van de huishouding zijn.
- Presentatie en toelichting: de juiste rubricering en omschrijving van jaarrekeningposten en de toereikendheid van de in de jaarrekening gegeven informatie.
8.11 Controledoelstellingen worden onderscheiden in balanspostgerelateerde en transactiegerelateerde controledoelstellingen. Licht dit onderscheid toe.
Transactiegerelateerde controledoelstellingen zijn gericht op transacties en balanspostgerelateerde controledoelstellingen op balansposten.
8.12 Noem de transactiegerelateerde controledoelstellingen.
- Bestaan: transacties en gebeurtenissen die zijn geboekt, hebben inderdaad plaatsgevonden en hebben betrekking op de huishouding.
- Volledigheid: alle transacties en gebeurtenissen die dienen te worden geboekt, zijn ook geboekt.
- Juistheid: bedragen en andere gegevens die betrekking hebben op geboekte transacties en gebeurtenissen, zijn op de juiste wijze geboekt.
- Tijdigheid: transacties en gebeurtenissen zijn in de juiste verslagperiode geboekt.
- Rubricering: transacties en gebeurtenissen zijn op de juiste rekeningen geboekt.
8.13 Noem de balanspostgerelateerde controledoelstellingen. Geef van elk een praktisch voorbeeld.
- Bestaan: de activa, vreemd-vermogenscomponenten en eigen-vermogenscomponenten bestaan daadwerkelijk.
- Rechten en verplichtingen: de huishouding heeft daadwerkelijk de eigendom van of de zeggenschap over de activa en de vreemd-vermogenscomponenten zijn de verplichtingen van de huishouding.
- Volledigheid: alle activa, vreemd-vermogenscomponenten en eigen-vermogenscomponenten die moeten worden geboekt, zijn ook geboekt.
- Waardering en toerekening: de activa, vreemd-vermogenscomponenten, eigen- vermogenscomponenten zijn in de jaarrekening opgenomen voor de juiste bedragen en de daaruit voortvloeiende aanpassingen betreffende waardering of toerekening zijn op de juiste wijze geboekt.