Hoofdstuk 9 Flashcards
homo sociologicus
De mens van de sociologie
=> MS geeft bij elke positie een rol aan een individu (positie en rol= complementair)
is een concept uit de sociologie dat verwijst naar een hypothetische of abstracte voorstelling van een individu dat zich gedraagt volgens de normen, rollen en verwachtingen die door de samenleving worden opgelegd. Het is een ideaaltype, in de zin van Max Weber, dat wordt gebruikt om te begrijpen hoe mensen zich aanpassen aan de sociale structuren en culturele verwachtingen waarin ze zich bevinden.
Positieveld
Het geheel van sociale posities waarmee regelmatig wordt samengehandeld
=> Verandert meerdere keren per dag
Positiesegment
Enkelvoudige relatie tussen een focus- en een tegenpositie
=> Positieveld bevat meerdere segmenten, dus meerdere verwachtingen
Rollenstel (role set)
Het geheel van rollen dat de focuspositie in een positieveld te spelen heeft
Positieset
Verzameling posities die een individu regelmatig inneemt tijdens een bepaalde levensfase
=> tijdelijke/ permanente posities, toegeschreven/ verworven posities
Toegeschreven positie (ascribed position)
Een positie die een individu zonder eigen inspanning bekleedt door zekere biologische of biografische kenmerken
Verworven positie (achieved position)
Een positie die een individu bekleedt op grond van individuele inspanningen
Rolhandelen
De verwachtingen vanuit een tegenpositie over het handelen van een positiebekleder
Rolattributen
Verwachtingen over het uiterlijk en het ‘karakter’ van positiebekleders
=> karaktermasker
Rolsocialisatie
Het aanleren van verwachtingen
Verwachtingsverwachtingen
Men verwacht als positiebekleder bepaalde verwachtingen van de andere positiebekleder (s) met wie men samenhandelt
Rolconformiteit
Het al dan niet inlossen van de verwachtingen over de rolhandelingen en -attributen door een positiebekleder
= vorm van sociale controle –> sancties
Moet- verwachtingen
Verwachtingen waarvan hun naleving formeel of juridisch wordt gesanctioneerd
=> rechtsregels
Plichtverwachtingen
Verwachtingen die samengaan met informele sancties of grote sociale waardering
Kan- verwachtingen
Verwachtingen waaraan men optioneel kan voldoen en die verbonden zijn aan positieve informele sancties
verwachtingen gerangschikt volgens graad van verplichting, mate van institutionalisering, meer/minder sociaal voorgegeven en dwingend
Moet - plicht - kan
Excuusregeling
Ingeburgerde verklaringen die het momentaan niet inlossen van een verwachting op een sociaal aanvaardbare manier verontschuldigen
=> niet altijd negatieve sancties
Normatieve verwachting
Reactie op rolovertreding:
Bij overtreding is er geen leerbereidheid en wordt contrafactisch aan de verwachting vastgehouden (sociale verbanden leggen vaak vooraf vast hoe een positiebekleder kan omgaan met rolovertredingen, de bekleders van de tegenpositie weten stellen zich hier ook op in)
Cognitieve verwachting
Reactie op rolovertreding:
Bij overtreding bestaat de bereidheid om daaruit te leren en de verwachting bij te stellen
Rolambivalentie
Het bestaan van tegenstrijdige normatieve verwachtingen binnen één enkele rol, horend bij één enkele sociale positie
Rollenincongruentie
Het bestaan van tegenstrijdige (normatieve) verwachtingen die samenhangen met verschillende rollen
=> proberen om uiteenlopende verwachtingen of rollen gescheiden te houden
=> voorrang geven aan één van de rollen
- rollen bezitten niet eenzelfde gewicht –> prioriteit aan de belangrijkste
- positiebekleder kent zelf gewicht en prioriteit toe aan een rol
- actor geeft voorrang aan de verwachtingen van de machtigste tegenpositie
=> het verlaten van een positieveld
=> het hardop thematiseren van een rollenincongruentie of rollenconflict (kan leiden tot sociaal conflict)
Rollenconflict
een relatief duurzame, niet gemakkelijk op te lossen situatie van rollenincongruentie
Intern rollenconflict
De bekleder van één positie zit zich geconfronteerd met onderling tegenstrijdige verwachtingen van de kant van twee of meer positiebekleders binnen één positieveld (of met tegenstrijdige rollen binnen één rollenstel)
externe rollenconflict
Conflict dat voortvloeit uit de tegenstrijdige verachtingen of rollen die horen bij twee (of meer) posities in twee (of meer) positievelden
Pragmatische paradox van de ontdubbelde mens
tegelijk vrij (individueel) en onvrij (sociaal)
- Rollenspeler binnen de MS –> sociaal karakter
- vrije wil en zelfbewustzijn –> totale mens
=> vrij en onvrij
Role taking
Het opnemen van een geïnstitutionaliseerde rol
Role making
Het actief definiëren en vormgeven van een rol door een individuele positie bekleder
= Tentatief proces
Symbolisch interactionisme
=> alg. normatieve verwachting van relatieve duurzaamheid of consistentie bij processen van role making
=> minimum aan voorspelbaarheid is nodig
- voorspelling van de te spelen rol
- voorspelling van het handelen dat die rol zal blijven bevestigen
=>de mogelijkheden tot role making variëren met de ingenomen sociale posities en, daarbinnen, met concrete situaties
=> hoger geplaatste actoren hebben meer mogelijkheden tot role making (sociale ongelijkheid)
Eigen rolopvatting ( own role concept)
De individuele interpretatie door een positiebekleder van verwachtingen vanuit de tegenpositie
After- rolopvatting
Individuele interpretatie van de algemene verwachtingen tegenover de ander (alter) met wie men samenhandelt
Dramaturgisch perspectief
Theaterbenadering op het ‘spelen’ van rollen
Indrukkenbeheer (impression management)
rollenspelers gedragen zich als strategische, zelfbewuste actoren die geloofwarige voorstellingen proberen te ensceneren
Façade
Een gestandaardiseerd expressief instrumentarium dat door het individu tijdens zijn voorstelling gebruikt wordt
Frontstage
Plaats van een voorstelling
Expressiebeheersing en dramaturgische discipline
Emoties worden ingetoomd of beheerst geuit in functie van een gegeven voorstelling
Backstage
Een voor het publiek afgesloten plaats
Team
Verzameling mensen die samenwerken bij het in scène zetten van een voorstelling
Zelfrepresentatie
Indivduen ensceneren in hun rollenspel altijd ook een beeld van zichzelf als ‘personage’ met bepaalde moreel geladen eigenschappen
Persoonsverwachtingen
verwachtingen over iemands zelf of individualiteit
Primaire groepen
Sociale verbanden, waarbinnen primaire of persoonlijke relaties domineren
≠ volledig rolvrij
=> paradoxale identiteit
- individuen mogen zich als uniek persoon uiten
- gehechtheid, wij-termen
Secundaire groepen
Sociale verbanden waarin secundaire of onpersoonlijke relaties overheersen
Primaire relaties
Sterke sociale bindingen met een persoonlijk en affectief karakter
=> Totaalpersoon, pure relatie, wij-gericht
! modern gezin: historisch functieverlies –> persoonlijke interactie en intieme communicatie
=> meer mogelijkheden tot onpersoonlijke relaties en intensievere persoonlijke verhoudingen
= sentimentele revolutie
Romantische liefdescomplex
Een duurzame relatie moet voortaan berusten op een plotselinge passie en het gevoel van een sterke aantrekkingskracht tot één enkel iemand
Quasiacralisering van het kind als uniek persoon
Wanneer men steeds sterker het kind op een voetstuk plaatst (=klassengebonden proces)