Hoofdstuk 8 | Strafrecht vroegmoderne tijd Flashcards

1
Q

Wat is de Romano-Canonieke procedure?

A

Een kerkelijke procedure met Romeinsrechtelijke elementen. De Romano-Canonieke procedure was schriftelijk van aard en de bewijsrechtelijke regels waren overgenomen van de Romeinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Alle delicten in het kerkelijk recht waren publiek van aard. Hoe noemen we dit ook wel onder een begrip?

A

omnia crimina publica esse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kon de Romano-Canonieke procedure voor ieder delict gebruikt worden?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is er bij de Romano-Canonieke procedure sprake van acculturatie of receptie?

A

Nee, het concept hebben de canonisten niet overgenomen van de Romeinen, maar baseerden zij op een bijbels verhaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar heeft de moraaltheologie van Thomas van Aquino voor gezorgd m.b.t. de private geldboete?

A

Je kreeg niet meer dan de schade die er geleden werd. Er ontstond een schadevergoeding gericht op vergelding. De grondslag achter dit idee is de in moraaltheologie opgenomen restitutieleer (= geeft aan dat wanneer jij iets van iemand hebt ontnomen, je dit moet restitueren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de opvatting van Fillips Wielant?

A

De gerechtsofficier legt een straf op en het enige waar het slachtoffer nog recht op heeft is een civiele betering = schadevergoeding. Het ging hierbij zowel om financiële en ideële compensatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de opvatting van Hugo de Groot?

A

Uit een misdaad kunnen twee verbintenissen ontstaan: de ene tot straf/vergelding, de andere tot schadevergoeding. De Groot maakt hiermee onderscheid tussen enerzijds een strafbaar feit dat aanleiding geeft tot vergelding en anderzijds een onrechtmatige daad die aanleiding geeft tot schadevergoeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent de term ‘algemene schadevergoedingsplicht’, volgens Hugo de Groot?

A

Altijd als er schade is, ontstaat er een plicht tot schadevergoeding. Niet slechts in geval van een combinatie met een strafbaar feit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat voor soort actie was vergelding / schadevergoeding volgens Hugo de Groot?

A
  1. Vergelding volgens Hugo de Groot: publieke actie
  2. Schadevergoeding volgens Hugo de Groot: private actie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk delict is een uitzondering volgens Hugo de Groot?

A

Belediging, dit is het enige delict waarbij we nog kenmerken terugzien van de oude accusatoire procedure (strafrechtelijke vervolging door de burger). Ook was belediging het enige delict waarbij je nog ideële compensatie kon vorderen. Voor de rest was dit overgegaan in enkel financiële compensatie (Fillips Wielant)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is ‘belediging’?

A

Minachting van een persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welke 2 soorten kunnen we belediging onderscheiden?

A
  1. Laster
  2. Hoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt ‘Laster’ in?

A

Laster is een woordelijke belediging. Laster leidde tot aantasting van de goede naam (eer in strikte zin).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt ‘hoon’ in?

A

Hoon is feitelijke belediging (d.m.v. gedraging). Hoon leidde tot aantasting van het eergevoel (eer in ruime zin).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op welke 2 manieren zien we de accusatoire procedure terug in het delict belediging?

A
  1. De beledigde partij moest zelf actie ondernemen middels een private aanklacht. De overheid vervolgde niet van overheidswege bij het delict belediging.
  2. Je kon een private geldboete vorderen in de vorm van de profijtelijke betering.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 2 dingen kon je met je private aanklacht vorderen bij het delict belediging?

A
  1. De eerlijke betering
  2. De profijtelijke betering
17
Q

Wat is de ‘eerlijke betering’?

A

Dit was de schadevergoeding die je als slachtoffer kreeg. Het was een ideële schadevergoeding. Belediging was het enige delict waarbij het nog mogelijk was om een ideële schadevergoeding te vorderen.

18
Q

Wat is de ‘profijtelijke betering’?

A

Dit was een geldbedrag dat je kon vorderen. Dit heeft hetzelfde karakter als de private geldboete en is gericht op vergelding. Het bedrag van deze geldboete werd geschat door het slachtoffer en gemachtigd door de rechter. Hier werd in de vroegmoderne tijd aangesloten bij het Romeins recht.

19
Q

Wat was de (3) reden dat er bij belediging nog wel private geldboete gevorderd kon worden door de burger?

A

> Belediging was in de vroegmoderne tijd als enige nog privaat van aard (de rest was publiek geworden).
De Romeinsrechtelijke poenale actie wegens inuria (belediging in Romeinse tijd) is nog wel bruikbaar, aangezien belediging in de vroegmoderne tijd als enig delict nog wel privaat van aard is.
Een transformatie van een private geldboete naar een schadevergoeding kon niet, omdat belediging ideële schade oproept die niet financieel mag worden vergoed.

20
Q

Wat was de zwaarste vorm van hoon/belediging?

A

Verkrachting

21
Q

Wat kreeg je vergoed bij verkrachting?

A

In geval van verkrachting kon je een financiële schadevergoeding krijgen voor materiële schade (verlies van je maagdelijkheid; je was als vrouw minder waard).

22
Q

Wat is ‘smartengeld’?

A

Gezien verkrachting als een ernstig delict gezien werd was dit het enige delict waarbij we ook financiële vergoeding zien van ideële schade.

23
Q

Wie was de belangrijkste criminalist in de vroegmoderne tijd?

A

Coornhert

24
Q

Coornhert onderzocht de oorzaken van criminaliteit. Wat waren de 3 oorzaken van criminaliteit volgens hem?

A
  1. Ledige sociale benedenlaag van de bevolking.
  2. Stellige verwachtingen niet te worden gestraft.
  3. Fatalistische houding tegenover de gangbare straffen.
25
Q

Welke nieuwe (effectieve) straf introduceerde Coornhert en welke 4 gevolgen heeft het?

A

Dwangarbeid:
1. Het schrikt mensen af om strafbare feiten te plegen (generaal preventieve werking).
2. Het werkte speciaal preventief, want de dader werd lang opgesloten.
3. Het heeft economisch nut.
4. De verdachte zal beter terugkeren in de samenleving.

26
Q

Waar werd dit dwangarbeid verricht?

A

In tuchthuizen

27
Q

Waarin onderscheiden we tuchthuizen?

A
  1. Rasphuizen (hier zaten jonge mannen in)
  2. Spinhuizen (hier zaten jonge vrouwen in)
28
Q

Rond de 17e eeuw gaan deze tuchthuizen ten onder. Noem de 3 oorzaken hiervoor.

A
  1. De rechter maakte geen onderscheid in de doelgroepen waarvoor de tuchthuizen bedoeld zijn.
  2. De tuchthuizen werden vaak verpacht aan ondernemers, die er alleen winstgevende bedrijven van wilde maken.
  3. De tuchthuisstraffen werden voor zeer lange tijd opgelegd. De kans werd daardoor heel klein dat je uiteindelijk als dader volwaardig terugkeerde in de samenleving. Hierdoor droegen de tuchthuizen dus ook niet bij aan de vermindering van criminaliteit.