Hoofdstuk 8 Scripting Flashcards
Specifieke scripttaal voor Flash-animaties
ActionScript
Een set samenhangende objecten die met behulp van een script- of programmeertaal kunnen worden gemanipuleerd.
API; Application Programming Interface
Waarde die wordt meegegeven aan een method
Argument
Reeksen van waarden in een script
Array
Een element van een webpagina dat in de hiërarchie van elementen in de webpagina onder een ander element valt. Bijvoorbeeld: het bodyelement is een child-element van het html-element
Child-element
Herbruikbaar symbol in een Flash-film
Component
Een W3C- standaard die de objecten in XML- en HTML- pagina’s beschrijft.
DOM
Een standaard scripttaal, waarvan JavaScript en ActionScript zijn afgeleid
ECMAScript
Een gebeurtenis, zoals een actie van een gebruiker, in een interactief systeem
Event
Een method die wordt aangeroepen voor door een externe gebeurtenis
Eventlistener
Een reeks samenhangende bewerkingen op een aantal waarden, die weer een nieuwe waarde oplevert.
Functie
Een standaard object dat een containerapplicatie, zoals een webbrowser of Flash Player, aanbiedt. Scripts kunnen gebruikmaken van dergelijke hostobjecten door er bewerkingen op uit te voeren of er eigenschappen voor te definiëren
Hostobject
Een attribuut van een element waarvan de waarde het element uniek identificieert
ID
Een scripttaal waarmee objecten binnen webpagina’s gemanipuleerd kunnen worden
JavaScript
Een reeks samenhangende bewerkingen die verbonden is aan een object
Method
Entiteit binnen een programma die een entiteit in de werkelijkheid weerspiegelt. Is een specifieke instantie van een klasse
Object