Hoofdstuk 7 Visueel ontwerp, interactie en toegankelijkheid Flashcards
Waarmee houdt de semiotiek zich bezig
Met de relatie tussen significant, oftewel een betekenisdrager en het significaat, oftewel de betekenis of het concept waar de significant naar verwijst.
Noem een paar situaties waarin beter gebruik kan worden gemaakt van een afbeelding in plaats van tekst.
- In webpagina’s die gericht zijn op een internationaal publiek: grafische symbolen worden vaak wereldwijd begrepen
- als er geen tekstueel alternatief is, bijvoorbeeld om een hyperlink aan te geven.
Wat is het onderzoeksgebied van de gestaltpsychologie
Hoe het menselijke brein visuele informatie ordent. Hoewel mensen heel goed de afzonderlijke delen van een afbeelding kunnen identificeren, zijn we toch geneigd visuele informatie in een afbeelding te ordenen in patronen en structuren.
Noem vier gestaltprincipes
- proximity (nabijheid)
- similarity (gelijkheid)
- symmetry (symmetrie)
- figure/ground (object/achtergrond)
- closure (het vermogen van de mens om uit visuele informatie die maar een deel van een object weergeeft het hele object af te leiden)
Wat wordt een belangrijk probleem bij het gebruik van kleur in multimedia
Dat het nooit zeker is hoe de kleur precies zal worden weergegeven op het beeldscherm van de gebruiker.
Hoe kan snel het contrast worden getest
door het beeldscherm of de color space om te schakelen naar grijstonen.
Hoe wordt een lay-out genoemd waarbij de afmetingen tussen de elementen en het browservenster gelijk blijven
Vloeibare lay-out (liquid lay-out)
Wat is een grid met hoge dichtheid en welke met een lage dichtheid
Dense > hoog
Sparse > laag
Hoe worden hyperlinks aangeduid op een website?
met onderstreping.
Wat is een remote rollover
Als de muis over een bepaald element beweegt, en het uiterlijk van een ander element daardoor veranderd.
Noem een aantal soorten formuliervelden
- Tekstinputvelden. Een regel tekst invullen
- Pop-upmenu’s. Een waarde uit een lijst kiezen
- Radiobuttons. Een waarde selecteren door rondje aan te klikken
- Check boxes. een of meerdere waarden kiezen door het hokje aan te klikken.
- Tekst areas. Meerdere regels tekst invullen
- Knoppen. knop om het formulier te verzenden.
Welke twee eigenschappen kent het “form”-element
- action: dit geeft de URL aan waar het programma op de server te vinden is dat de gegevens uit het formulier zal verwerken.
- method. Dit geeft de manier aan waarop de gegevens naar de server worden verstuurd.
Waarom kan beter ActionScript dan JavaScript worden gebruikt voor maatwerk user interface-componenten
-omdat JavaScript veel minder krachtig is.
Wanneer wordt een multimediatoepassing toegankelijk genoemd
Wanneer deze te gebruiken is voor iedereen, onafhankelijk van een eventuele lichamelijke of geestelijke beperking.
Wat zijn assistive technologies
Dit zijn software- of hardware producten die de gebruiker een alternatieve manier bieden om computerinput te geven, of computeroutput waar te nemen. (bijv. screenreaders.)
Welke vier principes worden onderscheiden in de Web Content Accessiblility Guidelines (WCAG) waar een multimediatoepassing aan moet voldoen.
- Perceivable: de toepassing moet waarneembaar zijn voor alle gebruikers.
- Operable: alle user interface-componenten moeten te bedienen zijn voor alle gebruikers
- Understandable: de inhoud en controls van de toepassing moeten begrijpelijk zijn voor alle gebruikers.
- Robust: de toepassing moet robuust genoeg zijn om te kunnen werken met zowel huidige als toekomstige technologie.
Wat zijn belangrijke aspecten van structurele markup om rekening mee te houden
- Om kopelementen op de juiste manier te gebruiken en geen niveau over te slaan.
- Het gebruik van het element label bij formuliervelden. dit stelt screen readers in staan om het label van het tekstveld te identificeren en op te lezen.
Hoe kunnen afbeeldingen, animaties en video toch toegankelijk worden gemaakt voor slechtzienden?
- door een beschrijving van de afbeelding in de alt eigenschap toe te vogen.