Hoofdstuk 5 Tekst en Typografie Flashcards

1
Q

Noem het verschil tussen een alfabet en een karakterset

A

Een alfabet zijn gegroepeerde abstracte karakters.

Een karakterset zijn de karakters omgezet in getallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het nut van een standaard voor karakters, zoals ASCII

A

Om ze zo uitwisselbaar te maken tussen verschillende systemen en platvormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke karakterset wordt standaard gebruikt op het world wide web

A

UTF-8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt een proportioneel lettertype in

A

Hierbij wordt de afstand tussen elke letter aangepast om een mooi en prettig lezend geheel te krijgen. Tegenhanger is monospaced

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer wordt er een text font en wanneer een display font gebruikt?

A

Voor lange stukken tekst wordt een opvallend lettertype gebruikt dit zijn text fonts
Even display font is bedoelt voor korte stukken tekst en trekt de aandacht en wordt gebruikt voor posters bv.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen punt en pica

A
  • Een punt is 1/72 inch (ongeveer 0,3528 mm.

- 1 Pica is gelijk an 12 pt. en wordt bv gebruikt voor de afstand tussen lijnen van een tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke standaard wordt gehanteerd om de leading te bepalen

A

De afstand tussen de baseline en de bovenkant van de kleine letter x.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is kerning

A

-De witruimte tussen de letters beter verdelen soms is het nodig de witruimte tussen twee smalle letters te verkleinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is ligatuur

A

Dit zijn opeenvolgingen van letters die als een karakter in een font zijn opgenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een vectorafbeelding van een lettertype wordt ook wel een … lettertype genoemd

A

outline-lettertype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het voordeel van outlinelettertypen

A

Kunnen zonder problemen vergroot en verkleind worden zonder problemen te geven in de resolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het voordeel van tekst als bitmapafbeelding

A

Nadat de tekst in pixels is omgezet, kunnen alle bewerkingen van een tekenprogramma worden gedaan:verdraaien, vervagen, vervormen en het toepasen van alle denkbare filters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waardoor worden de opmaakmogelijkheden van webpagina’s onder meer bepaald

A
  • door de opmaaktalen (markup languages)

- de beperkingen van de browsers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem een aantal manieren om tekst uit te lijnen

A

Left aligned, right-aligned, entered, justified

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar staat de afkorting WYSIWYG voor

A

-Wat you see is what you get

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem een voorbeeld van een tag-based systeem voor de opmaak van websites

A

-HTML

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het verschil tussen visuele en structurele opmaak

A
  • Visuele opmaak draait om het uiterlijk van de tekst, zoals lettertype en -grootte.
  • Bij structurele opmaak worden elementen zoals lijsten en tabellen gespecificeerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het voordeel van het gebruik van stylesheets

A
  • Dat zaken die gelden voor elke wegpagina maar een maal aangegeven hoeven te worden op de stylesheet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Een letter ongeacht het lettertype

A

Abstract karakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Groep abstracte karakters, waarin een taal kan worden geschreven

A

Alfabet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Letters met uitsteeksels aan de bovenkant, boven de x-hoogte

A

Ascenders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

De meest gebruikte karaktersetstandaard

A

ASCII American Standard Code for Information Interchange

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Denkbeeldige lijn waarop digitale tekst geschreven is

A

Baseline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Lettertype waarbij de letters worden weergegeven als rasterafbeeldingen

A

Bitmaplettertype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

De hoogte van de hoofdletters

A

Capheight

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Uitlijning van een tekstblok waarbij alle regels gecentreerd worden, waarbij de marges links en rechts van het tekstblok even groot zijn, maar niet alle tekstregels in het tekstblok even breed zijn.

A

Centered

27
Q

Specifieke taal die wordt gebruikt om stylesheets mee te maken. Deze verzorgen de lay-out van XHTML en XML documenten

A

CSS

28
Q

Lettertype met letters die standaard naar rechts hellen dit ligt dus al vast in het lettertype zelf

A

Cursief lettertype

29
Q

Letters met uitsteeksels aan de onderkant

A

Descenders

30
Q

Lettertype dat niet zo geschikt is voor lange tekstfragmenten, maar wel voor korte stukjes tekst die de aandacht moeten trekken, zoals een tekst op een poster

A

Display font

31
Q

Desktoppublishing

A

Dtp

32
Q

Verzameling bij elkaar horende glyphs, zoals Times New Roman of Arial

A

Font

33
Q

Grieks woord voor teken grafische representatie van een karakter

A

Glyph

34
Q

De ruimte tussen de linkerkant van een tekstblok en de linkerrand van de pagina

A

Indent

35
Q

Meerdimensionale karaktersets met subsets

A

ISO 10646

36
Q

8-bits karakterset die voortbouwt op ASCII en waarin de meeste West-Europese talen geschreven kunnen worden

A

ISO Latin 1

37
Q

Uitwijzing van een tekstblok waarbij de marges links en rechts van het blok gelijk zijn en daarbij de randen van het tekstblok niet rafelig zijn; dit wordt bereikt door de witruimte tussen de letters op een regel zo aan te passen dat elke regel in het tekstblok exact even breed wordt

A

Justified

38
Q

Tabel waarin letters zijn gecodeerd als getallen

A

Karakterset

39
Q

Aanpassing van de ruimte tussen letters zodat deze meer geluk verdeelt lijkt

A

Kerning

40
Q

De ruimte tussen verschillende baselines

A

Leading

41
Q

Uitwijzing van een tekstblok waarbij alle regels tegen de linkerkantlijn worden uitgelijnd

A

Left-aligned

42
Q

Opeenvolging van meerdere letters die als een karakter worden weergegeven, omdat dit de enige manier is om de combinatie van deze letters er goed uit te laten zien

A

Ligatuur

43
Q

Instructies die worden toegevoegd aan een document, vaak in de vorm van tags, met de bedoeling om de structuur of de vereiste vormgeving van het document vast te leggen.

A

Markup

44
Q

Lettertype waarbij de afstand tussen de letters overal even groot is.

A

Monospaced lettertype

45
Q

Noem twee op XML gebaseerde opmaaktaal voor documenten

A

ODF; open document format

OOXML; Office Open XML

46
Q

Een outline-lettertype met uitgebreide typografische mogelijkheden, zoals het aanbrengen van ligaturen

A

Open Type-letter-type

47
Q

Lettertype waarbij de letters als vectoren worden weergegeven

A

Outline-lettertype

48
Q

Een populair outline-lettertype, waarbij de glyphs worden vastgelegd als afbeeldingen in de Postscript-taal

A

PostScript-lettertype

49
Q

Lettertype waarbij de afstand tussen de letters wordt aangepast om een mooi en prettig lezend geheel te krijgen

A

Proportioneel lettertype

50
Q

Utilising van een tekstblok waarbij alle regels tegen de rechterkantlijn worden uitgelijnd

A

Right-aligned

51
Q

Lettertype zonder schreef, zoals Arial en Calibri

A

Sans serif-lettertype

52
Q

Even term uit de typografie die het extra streepje aan het uiteinde van een letter aangeeft. Er zijn lettertypen met en zonder schreef (zie ook serie-lettertype en sans serif lettertype)

A

Schreef

53
Q

Lettertype met schreef, zoals Times New Roman en Bookman

A

Serif-lettertype

54
Q

Opmaak van de structuur van de tekst, zoals lijsten en tabellen

A

Structurele opmaak

55
Q

Afzonderlijke specificatie van de lay-out als aanvulling op het tabdocument. In een stylesheet kunnen vormgevingszaken worden aangegeven zoals het te gebruiken lettertype, de te gebruiken lettergrootte etc. Het is mogelijk een stylesheet te maken die van toepassing is op meerdere wegpagina’s zodat de layout niet voor elke pagina opnieuw hoeft te worden aangegeven.

A

Stylesheet

56
Q

Opmaaksysteem waarbij het resultaat van de tekst met lay-out niet direct zichtbaar is (zoals dat wel het geval is met een WYSIWYG systeem)

A

Tag-based systeem

57
Q

Lettertype dat geschikt is voor lopende tekst, zoals ene boek of een tijdschriftartikel

A

Text font

58
Q

Een vorm van outline-letterype

A

TrueType-lettertype

59
Q

Veelgebruikte 16-bits karakterset

A

Unicode

60
Q

Bewerking op Unicode-waarden waardoor er karaktersets ontstaan die nog meer karakters kunnen omvatten

A

UTF; UCS Transformation/Format.

61
Q

Opmaak van het uiterlijk van de tekst, zoals lettertype en -grootte

A

Visuele opmaak

62
Q

IN een dergelijk systeem is het resultaat van elke bewerking direct zichtbaar in de uiteindelijke opmaak

A

WYSIWYG-systeem

63
Q

De afstand tussen de baseline en de bovenkant van de kleine letter x. Hiertussen moet de basis van alle kleine letters passen.

A

x-hoogte