Hoofdstuk 8 Flashcards
bivariate associatieclaim
verband waarin precies 2 variabelen voorkomen
hoe kunnen categorische gegevens weergegeven worden
welke statistische methode wordt gebruikt
met een staafdiagram, waarbij de gemiddelde waarde van de verschillende variabeles worden vergeleken
t-toets = statistische methode om te zien of het verschil tussen de gemiddeldes statistisch significant is
hoe bepaal je statistische validiteit bij een associatieclaim
- effectgrootte (r) = sterkte van verband tussen variabelen -> hoe groter, hoe nauwkeuriger voorspellingen zijn
- statistische significantie = kans dat verkregen resultaat door toeval komt -> p-waarde, CI
- outliers = uitschieters die de correlatie kunnen beïnvloeden
- beperking van bereik/restriction of range = wanneer niet de volledige scores zijn weergegeven -> repliceren met meer proefpersonen/correctie voor restrictie van bereik doen
- kromlijnige/curvilinear association = lijn kan zowel positief als negatief zijn
wat beschrijft de p-waarde
kans dat de gevonden correlatie toeval is
correlatie is statistisch significant wanneer de p-waarde kleiner is dan 0.05 (5%)
wat beschrijft de effectgrootte
de effectgrootte geeft aan hoe sterk het verband is tussen 2 variabelen
hoe groter de effectgrootte, hoe nauwkeuriger de voorspellingen zijn
- smal/zwak effect -> r ligt rond de 0.10 (of -0.10)
- gemiddeld effect -> r ligt rond de 0.30 (of -0.30)
- groot/sterk effect -> r ligt rond de 0.50 (of -0.50)
waaruit bestaat de correlatie coefficiënt r
- richting = positief, negatief of nul
- sterkte = hoe stijl lijn is -> hoe erg variabelen gerelateerd zijn
welke validiteiten zijn belangrijk voor een associatieclaim
- constructvaliditeit -> meet het wat het moet meten
- statistische validiteit -> outliers, effect size, CI
- externe validiteit
- niet: interne validiteit -> alleen bij causale claims
directionaliteitsprobleem
probleem dat men niet weet welke variabele eerst kwam, vaak in associatieclaims
causal criteria: temporal precedence
derde-variabele probleem
mogelijkheid dat een derde variabele een onderzoek kan beïnvloeden
- kan worden uitgesloten door interne validiteit te verhogen
causal criteria: interne validiteit
spurious association/valse associatie
wanneer er een bivariate correlatie aanwezig is, maar alleen door de aanwezigheid van een derde variabele
moderator
variabele die de waarden van een andere variabele kan beïnvloeden
leeftijd, geslacht, locatie
wat beschrijft de confidence interval
wanneer de 95% confidence interval wordt berekend, en dit interval geen 0 bevat, is het resultaat statistisch significant. Het is de kans dat er in werkelijkheid geen effect is.