Hoofdstuk 14 Flashcards

1
Q

wat zijn de problemen van replicaties

A
  • worden vaak afgekeurd door peer-reviewed tijdschriften omdat die nieuwe onderzoeken willen hebben
  • kunnen de oorspronkelijke studie ongeldig maken terwijl er een fout zat in de replicatiestudie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is p-hacking en waarom is het misleidend

A

opzettelijk uitschieters uit de gegevens verwijderen, scores op verschillende manieren berekenen of verschillende soorten statistieken uitvoeren zodat de p-waarde onder de .05 komt
is misleidend wanneer anderen er niet van op de hoogte gebracht worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

meta-analyse

A

kwantitatieve analysemethode die gebruikt wordt om alle literatuur wiskundig samen te vatten
- gemiddelde effecten combineren om de totale effectgrootte te berekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dossierladeprobleem

A

probleem dat ontstaat omdat studies met een nul-effect minder vaak gepubliceerd worden, doordat men denkt dat niet-significante resultaten niet interessant zijn
leidt tot het verliezen van kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

publicatiebias

A

neiging om alleen significante papers te publiceren, waardoor de meta-analyse veel hoger uitvalt door alleen de significante resultaten mee te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de doelen van replicatie

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

exacte/directe replicatie

A

originele studie zo precies mogelijk herhalen
- zelfde manipulatie, zelfde experimentele condities en proefpersonen uit dezelfde populatie

zorgt voor grotere betrouwbaarheid voor deze specifieke omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

systematische replicatie/replication-plus-extention

A

studie herhalen met kleine variaties
- verander populatie, meetinstrument, manipulatie veranderen
- voeg andere variabelen toe

zegt iets over betrouwbaarheid van originele studie en generaliseerbaarheid naar andere settingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

conceptuele replicatie

A

studie herhalen met een andere operationalisatie
zorgt voor grotere generaliseerbaarheid van theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wetenschappelijke literatuur

A

samenvatting van reeks gerelateerde onderzoeken (vergelijkbare variabelen) uitgevoerd door verschillende onderzoeken
kwalitatief

kwantitatieve manier is meta-analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

moderator

A

variabele die de relatie tussen de IV en de DV aanpast, waardoor het effect alleen onder bepaalde omstandigheden zichtbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

onderraporteren van nulbevindingen en waarom is het misleidend

A

wanneer de onderzoeker meerdere afhankelijke variabelen meten, maar alleen diegene met een sterk effect rapporteeren en de zwakke achterhouden

is misleidend omdat het zo lijkt alsof de effecten sterker zijn dan het in werkelijkheid is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is harking, waarom is het misleidend en hoe kan het voorkomen worden

A

hypothese maken nadat de resultaten er zijn

is misleidend omdat de kracht van het bewijs wordt overschat

kan voorkomen worden door preregistratie = methode, hypothese en statistische analyse publiceren voordat de data wordt getest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ecologische validiteit/alledaags realisme

A

gelijkenis van een studie met contexten uit de echte wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

generalisatie modus

A

kijken of steekproef kan worden gegeneraliseerd naar populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

theoretische modus

A
17
Q

culturele psychologie

A

subdiscipline van psychologie die zich richt op hoe culturele contexten de gedachten, gevoelens en gedragingen van individuen beïnvloeden

18
Q

veldsetting

A

onderzoek dat plaatsvindt in de echte wereld
hoge externe validiteit

19
Q

experimenteel realisme

A

gecreëerde situaties in laboratoriumexperimenten, waarin mensen bepaalde emoties ervaren en motivaties en gedragingen hebben

20
Q

hoeveel replicaties waren succesvol in de replicatiecrisis

A

36%

21
Q

wat is de oorzaak van de replicatiecrisis

A
  • publicatiebias
  • toevalsbevindingen doordat variabelen zijn aangepast nadat de data getest was
22
Q

welke 3 oorzaken voor p-hacking worden er in het artikel genoemd

A
  • menselijke fouten, zoals hindsight bias en confirmation bias
  • onbegrip van statistiek waardoor bijdraaien (= toevoegen van proefpersonen) wordt gebruikt, en de kans op toeval wordt onderschat
  • te lage statistische power
23
Q

hoe kunnen we p-hacking voorkomen volgens het artikel

A
  • ervoor zorgen dat onderzoekers zich bewust worden van hun eigen p-hacking en valkuilen dmv cursussen
  • dempen van menselijke valkuilen met preregistratie en delen van data