Hoofdstuk 7: Gedragsaanpassing door Motivatie en Taakontwerp Flashcards
Uit welke 3 elementen bestaat motivatie?
1 richting
2 inspanning
3 volharding
Inhoudstheorie
Theorie gericht op wat de motivatie achter gedrag is.
Procestheorie
Theorie gericht op hoe motivatie gedrag beïnvloed.
Welke zijn de ‘op gezond verstand’ gebaseerde theorieën?
1 theorie X ~ McGregor
2 theorie Y ~ McGregor
3 Sociale benadering ~ Schein
Behoeftetheorie ~ Maslow
1 fysiologisch
2 veiligheid
3 sociaal contact
4 waardering
5 zelfrealisatie
Prestatiebehoefte ~ Murray
1 moeilijke taken
2 verantwoordelijkheid
3 feedback
nAch ~ McClelland
Need for achievement
- beïnvloedt welvaart land
- Kan getraind worden
PMT
Prestatie motivatie test
Wordt gebruikt om nAch te meten
Taakvoorkeuren die op grote prestatiebehoefte duiden
1 onzekerheden
2 ingewikkelde taken
3 persoonlijke verantwoordelijkheid
4 ingecalculeerde risicos
5 probleemoplossend vermogen
6 behoefte te slagen ipv falen vermijden
VIE-theorie ~ Vroom
Verwachtingstheorie
Motivatie = verwachting x instrumentaliteit x valentie
Rechtvaardigheidstheorie ~ Adams
1 input output vergelijken
2 verschil = onrechtvaardig
3 hoe grotere onrechtvaardigheid, hoe meer stress
4 hoe meer stress, hoe harder men werkt om onrechtvaardigheid te herstellen
Organisationele rechtvaardigheidstheorie
1 distributieve rechtvaardigheid
2 procedurele rechtvaardigheid
3 interactionele rechtvaardigheid
Voorbeelden van OCB als gevolg van vermeende rechtvaardigheid
1 altruïsme
2 plichtsgetrouwheid
3 toewijding
4 vriendelijkheid
5 sportiviteit
Doeltheorie: moderatoren
1 toewijding aan doel
2 belang van doel
3 zelfwerkzaamheid
4 feedback
5 taakcomplexiteit
Zelfbeschikkingstheorie
Alle individuen zijn gemotiveerd tot het realiseren van competentie, verwantschap en autonomie. Autonomie is belangrijk voor motivatie. Zonder belonging - amotivatie.