Hoofdstuk 7: Criminal minds. (Trimester 3) Flashcards
een kogel
a bullet
een misdaad
a crime
een misdadiger
a criminal
bewijs
evidence
een ooggetuige
an eyewitness
een vingerafdruk
a fingerprint
een vervalser
a forger
een handschrift
handwriting
een ondervraging
an interrogation
een onderzoek
an investigation
een vergrootglas
a magnifying glass
een verdachte
a suspect
een spoor
a trace
een slachtoffer
a victim
bekennen
to confess
ontkennen
to deny
ondervragen
to question
wurgen
to strangle
verdenken
to suspect
een misdaad begaan
to commit a crime
brandstichting
arson
een inbraak
a burglary
autokaping
carjacking
fraude
fraud
een vuurwapen
a gun
ontvoering, kidnappen
kidnapping
een moord
a murder
zakkenrollen
pickpocketing
bezit
possession
verkrachting
rape
een overval
a robbery
winkeldiefstal
shoplifting
te snel rijden
speeding
een dief
a thief
gewapend
armed
dronken, onder invloed
drunk
acne
acne
een baard
a beard
een gedrag
a behaviour
een beschrijving
a description
onderwijs
an education
een sproet
a freckle
een pony
a fringe
een sik, een baardje
a goatee
een leugenaar
a liar
een moedervlek
a mole
een snor
a moustache
een paardenstaart
a ponytail
winst
profit
oproer, rellen
rioting
bakkebaarden
sideburns
een huid
a skin
een rimpel
a wrinkle
liegen
to lie
getuige zijn (van)
to witness
kaal
bald
gekruld
curly
donker
dark
economisch
economic
licht, blond
fair
genetisch
genetic
rood
ginger
lang
long
geestelijk, psychisch
mental
olijfkleurig, bruin
olive
te zwaar
overweight
bleek
pale
politiek
political
psychologisch
psychological
kort
short
schouderlang
shoulder length
mager
skinny
slank
slim
steil
straight
zongebruind
suntanned
lang
tall
dun
thin
golvend
wavy
gemiddeld gebouwd zijn
to be of average build
een gemiddelde lengte hebben
to be of average height