Hoofdstuk 7 - Cnidaria Flashcards
1
Q
Inleiding
A
= neteldieren (vroeger: holtedieren)
- kwallen, poliepen, zeeanemonen en koralen
- laagst ontwikkeling multicellulair dier met weefsels
- gastrovasculaire holte (spijsverteringsholte)
- epidermis > buitenste huidlaag
- mesoglea > steunlaag tussen huidlagen
- gastrodermis > buitenste huidlaag
- statocysten > blaasvormige evenwichtorganen
2
Q
Morfologie
A
- multicellulair
- radiaal symmetrisch
- klokvormige medusae of cilindervormige poliepen
- twee dunne lagen rond centrale spijsverteringsholte
- hydrostatisch skelet of elastisch skelet
- holle tentakels
3
Q
Fysiologie
A
- meeste functies; individuele cellen
- diffuus netwerk zenuwen, geen CZS
- cnidoblasten; predatatie en verdediging
- meestal carnivoor
4
Q
Voortbeweging
A
- poliepen sessiel
- larven zwemmen d.m.v. cilia
- medusae zwemmen d.m.v. golfbewegingen
5
Q
Voortplanting
A
- generatiewisseling
- asexueel; deling of knopvorming
- sexueel; gescheiden geslachten
6
Q
Ontwikkeling
A
- embryo zonder kiemlagen
- indirecte ontwikkeling; gecilieerde planulalarve
7
Q
Habitat
A
- vrijlevend in water; meestal marien
- wereldwijde verspreiding
8
Q
Grootte
A
1 mm - 70 m
9
Q
Diversiteit
A
9.000 beschreven soorten