hoofdstuk 7 Flashcards

1
Q

wat zijn bindingen

A

bindingen zijn interacties tussen atomen die ontstaan om een meer stabiele elektronenconfiguratie te verwerven voor de gebonden atomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe kun je de sterkte en de aard van het bindingsgedrag afleiden

A

de sterkte en de aard van het bindingsgedrag kan men afleiden uit de grootte van de elektronegativiteit en het metaal of niet metaalkarakter van het beschouwde atoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ionbinding

A

De ionbindingis een elekrtostatische aantrekking tussen een positief metaal ion en een negatief niet-metaalion. deze binding ontstaat door een overdracht van één of meerdere elektronen van het metaal naar het niet metaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ionrooster

A

Een ionrooster ontstaat ter gevolge van het feit dat de positieve en negatieve ionen elkaar aantrekken en zich in elke richting van de ruimte langs elkaar oriënteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke stofeigenschappen hebben ionverbindingen

A
  • bij kamertemperatuur zijn het vaste stoffen
  • ze zijn herkenbaar door hun kristalijn uitzicht
  • ze bezitten een hoge smelttemperatuur, wegens de sterke elektrische bindingskrachten tussen de tegengesteld geladen ionen in het ionrooster.
  • ze zijn niet rekbaar noch pletbaar
  • ze zijn wel breekbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ionverbindingen

A

Stoffen met ionbindingen tussen de geladen atomen noemt men ionverbindingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een atoombinding

A

Een atoombinding is een aantrekking tussen twee niet-metalen die ontstaat door het gemeenschapelijk delen van hun ongepaarde elektronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

atoomverbinding

A

Stoffen met atoombindingen tussen atomen noemt men atoomverbindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stofeigenschappen atoomverbinding

A
  • bij kamertemperatuur zijn het vaste, vloeibare of gasvormige stoffen afhankelijk van de sterkte van de aantrekkingskrachten tussen de moleculen
  • ze kunnen zowel lage als hoge smelt en kookpunten hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een metaalbinding

A

Bij een metaalbinding bereiken de metalen de edelgasconfiguratie door hun valentie-elektronen los te laten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

elektronengasmodel

A

de elektronen bewegen zich vrij tussen de metaalionen. ze gedragen zich precies als gasdeeltjes, daarom wordt dit model het elektronengasmodel genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

metaalrooster

A

De positieve metaalionen zijn regelmatig gegroepeerd in een rooster. Deze metaalionen stoten elkaar af, maar worden samengehouden door de overal aanwezige negatieve ladingswolk van de vrije elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stofeigenschappen metaalverbindingen

A
  • metalen hebben een metaalglans
  • metalen zijn goede geleiders voor elektriciteit en warmte
  • metalen zijn goed vervormbaar
  • metalen zijn vaste stoffen behalve kwik
  • metalen hebben een hoog smelt en kookpunt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly