Hoofdstuk 7 Flashcards

1
Q

Fenomenaal bewustzijn

A

Je subjectieve, persoonlijke ervaring
> what it is likeness / qualia (kwalitatieve aspecten van een ervaring)

• hoe voelt het om jou te zijn?
• hoe is het om een aardbei te proeven?
• hoe is het om blauw te zien?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fenomenologie

A

Hoe iemand iets ervaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 manieren om achter fenomenologie te komen

A
  1. Introspectie = stilstaan bij de fenomenologie van JOUW ervaring
  2. Rapporteren = iemand anders vertelt je over de fenomenologie van HUN ervaring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het probleem bij fenomenaal bewustzijn?

A

Hoe kan een materialistische theorie van bewustzijn, qualia/ subjectieve ervaring/ het fenomenale verklaren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Explanatory gap/ verklaringskloof

A

De kloof tussen materie (materialistische benadering van bewustzijn) en fenomenologie (hoe bewustzijn voor ons voelt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2 interpretaties van de explanatory gap

A
  1. De verklaringskloof is een epistemologisch probleem
  2. De verklaringskloof is een metafysisch probleem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. De verklaringskloof is een epistemologisch probleem
A

Er is een probleem met de manier waarop wij over de wereld nadenken.

Een materialistische verklaring voor het fenomenale is misschien wel mogelijk, maar wij hebben er nog niet de cognitieve capaciteiten voor. De nodige kennis ontbreekt nog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. De verklaringskloof is een metafysisch probleem
A

De kloof ontstaat door hoe de wereld werkelijk in elkaar zit.

Dat is: qualia zijn simpelweg niet fysiek!

Een materialistische theorie, die uitgaat van het feit dat alles fysiek is, zal dus nooit Qualia kunnen verklaren, want materialisme is fout!

(Dit is het geval als dualisme waar is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

David chalmers: makkelijke problemen VA het moeilijke probleem

Makkelijke problemen

A

Makkelijke problemen kunnen we makkelijk oplossen

• problemen over bewuste mentale toestanden waarvan we perfect kunnen zeggen wat de functie of causale rol ervan is

• we kunnen dan namelijk wetenschappelijk onderzoeken welke breinstructuren deze functies vervullen

• voorbeeld: hoe we informatie opslaan en later weer oproepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

David chalmers: makkelijke problemen VA het moeilijke probleem

Moeilijke problemen

A

Kunnen niet op dergelijke wijze worden onderzocht en opgelost

• gaan over Qualia of het fenomenale bewustzijn: de roodheid van rood, de pijnlijkheid van pijn, hoe het voelt zich iets te herinneren

• het subjectieve gevoel van bewustzijn kan niet zomaar verklaard worden door te verwijzen naar breinstructuren of neurale correlaten

• moeilijke problemen zijn moeilijk aan te pakken door wetenschappelijke methodes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

David Chalmers

A

Door het onderscheid te maken tussen makkelijke en moeilijke problemen wordt ons onderzoek van bewustzijn minder overweldigend

Door eerst de makkelijke problemen aan te pakken, kunnen we uiteindelijk ook de moeilijke oplossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Argumenten tegen materialisme

A
  1. Thomas Nagel: what is it likeness
  2. Frank Jackson: gedachte experiment (Mary de superwetenschapper)
  3. David Chalmers: fenomenale zombies
  4. Colin McGinn: we zijn gewoon niet slim genoeg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Thomas Nagel: what it is likeness

A

Bewustzijn hebben, betekent bewust/ subjectieve ervaringen hebben. Een wezen heeft bewustzijn als het ervaring heeft van hoe het is om dat wezen te zijn

Zijn probleem: deze “hoe is het” kan niet beschreven worden in een materialistische wetenschappelijke theorie. Het is onmogelijk volgens Nagel om dit te beschrijven

Je kan niet uitleggen hoe blauw eruit ziet aan iemand die blind is geboren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Is Thomas Nagel’s argument problematisch voor materialisme?

A

Niet echt.

Het probleem is dat wetenschap objectief wil zijn, en bewustzijn subjectief is.

Nagel geeft zelf aan dat materialisme fout is, maar dat er een epistemologisch probleem is: we hebben nog niet de nodige kennis.

Nagel is optimistisch en zegt dat we ooit wel de nodige kennis en concepten hebben om de geest-lichaam relatie te begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Frank Jackson: gedachte-experiment (Mary de superwetenschapper)
A

Mary weet alles wat je kan weten over kleuren maar heeft zelf nog nooit kleuren gezien. Ze weet de vorm van een banaan uit zwart-wit foto’s en weet alles over geel.

De vraag van Jackson is of Mary iets nieuws leert over geel, wanneer zij uit haar kamer komt (en dus kleur ziet) en haar een gele banaan geeft.

Jackson zegt dat ze iets nieuws leert: geel-quale
> kennis argument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gedachte-experiment

A

Een hypothetische situatie wordt voorgesteld om de waarschijnlijkheid en de gevolgen van een bepaald idee of theorie te overdenken

17
Q

Daniël Dennet: intuïtiepompen

A

Een gedachte-experiment dat is opgesteld om een intuïtie op te wekken en te onthullen
(en ons eventueel in staat te stellen om via deze intuïtie een antwoord te formuleren op een probleem of vraag)

18
Q

Is Frank Jackson’s gedachte-experiment problematisch voor materialisme

A

Op eerste zicht wel: als Qualia niet materieel zijn, dan kunnen ze nooit op een materialistische wijze worden beschreven/ verklaard.

Maar zijn argument zelf is problematisch:
1. Intuïties kunnen fout zijn
2. Jackson stelt te hoge eisen aan de (materialistische) theorie van bewustzijn

19
Q
  1. David Chalmers: gedachte-experiment (fenomenale zombies)
A

Er is een wereld identiek aan onze wereld, maar zónder fenomenale eigenschappen

Chalmers laat hiermee zien dat fenomenaal bewustzijn níet materieel is. Want deze persoon kan bestaan zonder fenomenale eigenschappen

20
Q

Is Chalmers’ argument problematisch voor materialisme?

A

Nee, het argument zelf is problematisch

  1. Het berust op intuïties; wie zegt dat fenomenale zombies kunnen bestaan?
  2. Chalmers veronderstelt wat hij moet bewijzen. Het is vanuit een dualistisch uitgangspunt
21
Q

Waarom zijn fenomenale zombies wel interessant?

A
  1. Fenomenale zombies wekken intuïties op tegen dualisme; de meeste mensen denken dat het niet kan bestaan
  2. Fenomenale zombies zijn een belangrijke uitdaging voor materialisme; materialistische theorie over bewustzijn kan verklaren waarom ze niet onmogelijk zijn
  3. Zombie-achtig gevallen bestaan in het echte leven
22
Q

Soorten zombie-achtig gevallen in het echte leven

A
  1. Moorddadig slaapwandelen (homocidal somnambulism)
  2. Blindzien (blindsight)
23
Q

Moorddadig slaapwandelen

A

Kenners Parks, Ontario 1987

• valt in slaap voor tv
• rijdt 20km naar het huis van zijn schoonouders
• gaat hun huis binnen met zijn sleutel
• slaat zijn schoonmoeder dood en probeert zijn schoonvader te stikken
• geeft zichzelf aan met de woorden “ik denk dat ik net 2 mensen heb vermoord”
• wordt vrijgesproken omdat blijkt dat hij de hele tijd aan het slaapwandelen was

24
Q

Blindzien

A

Graham Young

• als hij 8jaar is, heeft hij een fietsongelukken
• de linkerkant van zijn visuele cortex wordt beschadigd
• nadien rapporteert hij geen visuele ervaringen meer te hebben aan zijn rechterkant = corticaal blind (ogen goed, cortex niet)
• 15 jaar later ontdekt een dokter dat Graham toch reageert op visuele stimuli aan zijn rechterkant. Hij was Blindziend
• blindziende patiënten zijn zich niet bewust van visuele stimuli waarop ze toch correct kunnen reageren als ze gevraagd worden te gokken

25
Q

Zijn kenners en Graham zombies?

A

Nee

  1. Fysieke verschillen (Graham) hebben geleid tot verschil in bewuste ervaringen
  2. Ze functioneren niet zoals normaal bewuste mensen (Graham maakte fouten, kan niet spontaan iets opmerken, Kenneth doet iets wat hij anders niet zou hebben gedaan)
26
Q
  1. Colin McGinn: we zijn gewoon niet slim genoeg
A

Verklaringskloof is volgens McGinn een epistemologisch probleem

Er is in principe wel een wetenschappelijke materialistische verklaring van fenomenaal bewustzijn mogelijk, maar mensen hebben niet de nodige cognitieve capaciteiten om het lichaam-geest debat op te lossen of om te zien hoe materialisme correct kan zijn.

Pessimistisch : we krijgen NOOIT de cognitieve capaciteiten om het probleem op te lossen

27
Q

Colin McGinn heeft 2 manieren om de lichaam-geest relatie te onderzoeken

A
  1. Het brein als startpunt nemen
    > we hoeven geen mentale concepten te introduceren. Er is geen reden om te zeggen dat iemand bewustzijn heeft
    > je kan niet zeggen “hier in het brein zit de smaak van chocolade”
  2. De geest als startpunt nemen
    > we hoeven nooit fysieke elementen te introduceren
    > via introspectie alleen kom je er niet achter dat je om te denken en te voelen een brein nodig hebt
28
Q

Is McGinn’s argument een probleem voor materialisme?

A

Enerzijds niet: er is geen metafysisch probleem voor materialisme. Het kan goed zij. Dat alles fysiek is.

Anderzijds wel: we kunnen het probleem nooit op materialistische wijze kunnen verklaren omdat we de capaciteiten nooit gaan krijgen

Er is dus een epistemologisch probleem

29
Q

Open Glanagan - natuurlijke methode

A

Combineer de fenomenologie met neurowetenschap (lichaam) en psychologie (geest). Alleen zo kunnen we bewustzijn onderzoeken

Interdisciplinair werken met ALLE soorten disciplines (dus ook psychiatrie, sociologie, maar ook alles wat hoort bij bv biologie en scheikunde)

30
Q

Voorbeeld: de natuurlijke methode toepassen - penfield homunculus

A

Ontdekken welk hersendeel in samenwerking is met welk lichaamsdeel

Penfield ontdekte welke delen van het menselijk brein geweid zijn aan het verwerken van motorische en zintuiglijke functies.

Dit kon worden ontdekt door een combinatie van hersenonderzoek en fenomenologie van zijn patiënten

Motorisch : grote handen omdat dat deel van de hersenen groot is
Sensorisch : lippen groot omdat dat deel van de hersenen groot is

31
Q

Voorbeeld natuurlijke methode toepassen - depressie

A

Fenomenologische karakter: langdurige sombere stemming, verlies van interesse of plezier en een gevoel van waardeloosheid

Neurologisch onderzocht voor behandeling: tijdens langdurige periode van stress komen er hormonen vrij die effecten hebben op bepaalde delen van het brein - deze krimpen

> > toedienen van medicijnen, doen deze delen terug groeien, en is een effectieve behandeling van depressie